Terug

Anesthesie

Anesthesie

Patiëntfolder

U krijgt binnenkort een operatie of behandeling onder algehele anesthesie. Anesthesie betekent letterlijk gevoelloosheid: het wegnemen van pijn. Hier kunt u lezen wat u kunt verwachten. 

Er zijn verschillende vormen van anesthesie:

  • Algehele anesthesie (narcose) waarbij u slaapt. Uitgebreide uitleg leest u verderop.
  • Verdoving van een deel van het lichaam, zoals bij een ruggenprik of verdoving van één ledemaat.
  • De derde vorm is sedatie.

De vorm anesthesie die u krijgt, hangt af van verschillende factoren. Soms wordt een combinatie van vormen toegepast. Er wordt rekening gehouden met uw algehele gezondheid, de ernst en duur van de operatie/behandeling, maar ook uw wens. De uiteindelijke keuze van anesthesie wordt met u besproken. 

Wij geven anesthesie bij operaties, maar ook bij andere behandelingen die pijnlijk zijn. Bijvoorbeeld behandelingen van de maag-darm-leverartsen, cardiologen, longartsen en radiologen. Daarom hebben we het in deze informatie over zowel operaties als behandelingen.

Hier geven we uitleg over algehele anesthesie. Dit wordt ook wel narcose of algehele verdoving genoemd.

Algehele anesthesie: narcose uitklapper, klik om te openen

Bij deze vorm van anesthesie wordt het hele lichaam verdoofd. U bent in een soort diepe slaap, zodat u van de operatie/behandeling niets merkt. U krijgt deze narcose, omdat de operatie of behandeling te pijnlijk is om wakker of onder lokale verdoving te ondergaan.

Voorbereiding op polikliniek anesthesiologie 

U wordt door uw hoofdbehandelaar aangemeld en krijgt vóór de operatie een afspraak op de polikliniek anesthesiologie. Dit is verplicht, omdat de anesthesioloog moet beoordelen of u gezond genoeg bent om de operatie te ondergaan. Ook krijgt u uitleg over de anesthesie die u zult ondergaan. We maken van tevoren een inschatting of u naar het ziekenhuis moet komen voor de afspraak. Of dat dit via een belafspraak of digitaal kan. Dit hangt af van: of u eerder bij de anesthesioloog geweest bent, uw gezondheid, de operatie/behandeling waarvoor u komt en uw voorkeur.

Uw gezondheid wordt als volgt beoordeeld:

  • Gezondheidsvragenlijst - deze vult u van tevoren via het portaal in (vraag de poli om hulp als dit niet lukt).
  • Gesprek (anamnese) aan de hand van de ingevulde lijst.
  • Indien nodig lichamelijk onderzoek.
  • Indien nodig aanvullend onderzoek, zoals bloedonderzoek, hartfilmpje (ecg) of verder onderzoek.

Soms is het nodig om gegevens van andere specialisten op te vragen, om een betere beoordeling van uw gezondheid te krijgen. In sommige gevallen moet u eerst naar de cardioloog of longarts om na te gaan of het veilig genoeg is om een operatie te ondergaan. Dit bespreken we dan altijd met u. Meer informatie kunt u vinden op de pagina ‘polikliniek Anesthesiologie’ .

Thuis voorbereiden op de operatie uitklapper, klik om te openen

Nuchter zijn

Nuchter zijn betekent dat er geen eten of 'ondoorzichtige dranken' in de maag zitten als u narcose krijgt. Narcose is een niet-natuurlijke slaap waarbij de maaginhoud naar de longen kan stromen, als de maag vol is. Als dit gebeurt dan heet dit 'aspiratie' en kunt u een longontsteking krijgen. U mag wel doorzichtige dranken (thee met suiker, aanmaaklimonade) drinken, want die zijn snel uit de maag. Als u dit blijft drinken, krijgt u geen dorst in de tijd voor de operatie.

video qr code

In deze folder bevindt zich extra informatie door middel van een video. Scan de bovenste QR-code met uw telefoon om deze video te bekijken. Of bekijk de video via:

Tot 6 uur voor de behandeling mag u blijven eten. Tot aan de ingreep mag u water/thee en aanmaaklimonade blijven drinken. Dit is maximaal 1 glas per uur. Een raketje (waterijsje) mag ook. Ook de medicijnen waarvan is afgesproken dat u die op de dag van de operatie nog in mag nemen, kunt u dus innemen.

Wat als ik wel gegeten heb korter dan 6 uur voor de operatie?

De ingreep moet dan voor uw veiligheid misschien worden uitgesteld. Dit bespreekt de anesthesioloog met u.

Afspraken over uw medicijnen

De apothekersassistente kijkt met u welke medicijnen u gebruikt en bewaart dit in de computer. De anesthesioloog kijkt hiernaar en beoordeelt welke medicijnen gestopt moeten worden. De chirurg/hoofdbehandelaar beslist welke bloedverdunners u moet stoppen. U krijgt van ons een brief waarin staat welke medicijnen u moet doorgebruiken en welke u moet stoppen. Als u hier toch vragen over heeft, kunt u contact met ons opnemen. 

video qr code

In deze folder bevindt zich extra informatie door middel van een video. Scan de bovenste QR-code met uw telefoon om deze video te bekijken. Of bekijk de video via:

Waarom met medicijnen doorgaan of stoppen?

De meeste medicijnen moet u doorgebruiken, om te zorgen dat uw lichaam zo goed mogelijk functioneert rondom de narcose. Stoppen kan zelfs gevaarlijk zijn. Als mensen medicijnen moeten stoppen, dan gaat dit meestal om: bloedverdunners, medicijnen voor suikerziekte, medicijnen die de wond minder goed laten genezen of bepaalde bloeddruktabletten.  

Ziek voor de operatie

Als u 1 tot 2 weken voor de operatie ziek wordt (koorts, klachten van de longen, erg verkouden), neem dan contact met ons op. We overleggen of het verantwoord is om de operatie/behandeling door te laten gaan. Het telefoonnummer staat in de brief die u van ons meekrijgt van de polikliniek Anesthesiologie.

video qr code

In deze folder bevindt zich extra informatie door middel van een video. Scan de bovenste QR-code met uw telefoon om deze video te bekijken. Of bekijk de video via:

Waarom ziekte melden voor een operatie?

Voor een operatie/behandeling is het belangrijk dat uw lichaam zo gezond mogelijk is. U heeft anders meer kans op complicaties.
Na bijvoorbeeld een longontsteking hebben uw longen 6 weken nodig om weer te herstellen tot normaal. Ook al zijn uw klachten misschien al eerder weg. Als we u binnen die 6 weken opereren, is de kans groot dat u weer een nieuwe longontsteking krijgt. U ligt daardoor langer in het ziekenhuis en uw herstel zal langer duren.

Bewegen vóór uw ziekenhuisopname

Een opname in het ziekenhuis is zwaar voor uw lichaam. De operatie zorgt ervoor dat uw spierkracht snel afneemt. Vooral de beenspieren verzwakken snel. Toch kunt u zelf veel doen om het herstel te versnellen. Door in beweging te blijven vóór uw opname, in het ziekenhuis en zodra u weer thuis bent, voorkomt u onnodig conditieverlies. Zo kunt u weer sneller voor uzelf zorgen en de activiteiten oppakken die u belangrijk vindt. 

Uit onderzoek weten we dat patiënten met een betere conditie, sneller weer naar huis kunnen. 

Beweegtips voorafgaand aan uw ziekenhuisopname:

  • Probeer ieder uur even op te staan uit de stoel (het liefst zonder uw handen te gebruiken), zak weer door uw knieën totdat u zit, sta weer op en herhaal deze oefening 10 keer.
  • Als dit goed gaat: probeer een stukje te lopen (of maak passen op de plaats).
  • Als dit goed gaat: blijf wandelen en ga ook fietsen en probeer dit uit te breiden. Gaat dit goed? Neem de trap.
  • Wanneer u graag hulp wilt: ga vooral naar de fysiotherapeut bij u in de buurt om samen te werken aan een zo goed mogelijke conditie voor uw opname. Fysiotherapie wordt door de meeste aanvullende verzekeringen vergoed.

Het kan zijn dat u door uw klachten of aandoening bepaalde activiteiten niet kan of mag doen, of niet durft te doen. Als u het niet zeker weet, overleg dan met uw chirurg of verpleegkundige wat u wel of niet mag doen.

Bezorgd over de komende operatie?

Voor veel mensen is een (grote) operatie spannend. Neem voor specifieke vragen contact op met uw eigen chirurg. Omdat u ziek bent, kan dit ook gevolgen hebben voor uw dagelijkse leven, met werk en uw familie. Naast lichamelijke klachten krijgt u misschien ook psychische klachten. 

Als u hier hulp bij wilt krijgen, kunnen medisch maatschappelijk werkers of uw eigen gespecialiseerde verpleegkundige u daarbij helpen tijdens de opname op de afdeling. Zij kunnen u ondersteunen hoe om te gaan met de gevolgen van het ziek zijn. Ook andere mensen zoals uw partner of andere mensen uit het gezin kunnen hulp krijgen van de maatschappelijk werker. Graag horen we van u of dit nodig is. 

Voorbereiden op ingreep in dagbehandeling

Een operatie/ingreep in dagbehandeling kan op verschillende plekken in het UMC Utrecht. Bij een dagopname moet u onder andere vervoer en begeleiding regelen die u wegbrengt en ophaalt. Ook zijn er andere praktische voorbereidingen. 

Is uw dagopname op het operatiecentrum bij receptie 10? Lees dan welke voorbereidingen u moet treffen. Voor een dagbehandeling in andere delen van het ziekenhuis verwijzen we u naar de website of brief van uw hoofdbehandelaar.

Voorbereiden op meerdaagse opname

Bekijk de voorbereidingen voor een meerdaagse opname op de verpleegafdeling.

Op de operatieafdeling uitklapper, klik om te openen

U wordt allereerst in uw bed van de verpleegafdeling naar de holding (ontvangstruimte) gebracht. Daar wordt u ontvangen door de anesthesiemedewerker die de laatste voorbereidingen treft.

Wat gebeurt er op operatieafdeling?

  • U krijgt een infuus in uw hand of arm zodat we medicijnen, vocht en bloed kunnen geven. 
  • Met plakkers met kabeltjes meten wij uw hartslag, bloeddruk en zuurstofgehalte. 
  • We nemen met het team de laatste controlevragen door (waarbij we u nogmaals vragen naar uw naam en geboortedatum). Na controle of alle spullen klaar staan, beginnen we met de narcose.
  • U krijgt een kapje met zuurstof en de slaapmedicijnen komen via het infuus. 
  • Als u slaapt plaatsen we een beademingsbuisje. Via dit buisje wordt u beademd gedurende de operatie/behandeling. 
  • Bij grote operaties aan het hart, buik of borstkas is het nodig om extra infusen en/of een urinekatheter aan te brengen als u slaapt. U krijgt dit op de polikliniek te horen.
  • Als deze stappen klaar zijn en alles stabiel gaat, dan kan de operatie/behandeling beginnen.
  • Tijdens de operatie/behandeling is er altijd een anesthesioloog of anesthesiemedewerker bij u. Zij houden in de gaten of u diep genoeg slaapt en hoe het gaat met het hart, de longen en de bloeddruk. Zo nodig geven we u extra medicijnen.

Welke medicijnen krijg ik tijdens narcose? 

  • Slaapmedicijnen. Dit is nodig om u onder narcose te houden.
  • Pijnstillers. Dit zijn sterke medicijnen zoals opioïden, die zorgen dat u geen pijn voelt. 
  • Spierverslappers. Voor de operatie/behandeling moeten uw spieren slap zijn, zodat de chirurg kan opereren. 
  • Medicijnen voor uw hart en bloeddruk. Tijdens de operatie/behandeling krijgt u vaak medicijnen om uw bloeddruk goed te houden en uw hart goed te laten werken. Bij een operatie zien we namelijk dat uw hart en bloedvaten extra ondersteund moeten worden.
  • Antibiotica. Bij sommige operaties/behandelingen krijgt u antibiotica om de kans op een ontsteking te verminderen.

Bloedtransfusie uitklapper, klik om te openen

Bij sommige operaties verliezen mensen bloed. Soms is dit zoveel dat u een bloedtransfusie nodig heeft. Bij veel operaties kunnen we een deel van uw eigen bloed aan u terug geven, zodat dit een bloedtransfusie kan uitsparen. Naast transfusie met rode bloedcellen kunnen ook transfusie met bloedplaatjes of stollingsstoffen (plasma) nodig zijn. Om zo te zorgen dat uw bloed goed blijft stollen. Op de website van Sanquin vindt u meer informatie over bloedtransfusies.

Wij moeten altijd weten of u toestemming geeft voor deze bloedtransfusie. Omdat u slaapt tijdens de operatie, kunt u op dat moment niet zeggen of u het hiermee eens bent. 

Voordelen van bloedtransfusie

  • Wij geven alleen bloedtransfusies als het echt nodig is. Omdat uw hart en lichaam minder goed werken door het bloedtekort. Hier gelden strenge regels voor.
  • Bij een grote bloeding is er een kans dat u zonder bloedtransfusie overlijdt.
  • Door een bloedtransfusie herstelt u sneller van de operatie.
  • Door een bloedtransfusie bent u minder moe en minder kortademig na de operatie.

Nadelen van bloedtransfusie

  • De meest voorkomende bijwerkingen zijn koorts en vocht achter de longen.
  • De kans op besmettelijke ziektes is extreem klein: 1 persoon per 6 miljoen transfusies.
  • De kans op allergische reacties of ontwikkeling van afweerstoffen is erg klein.

De uitslaapkamer uitklapper, klik om te openen

Als de operatie/behandeling klaar is, stopt de anesthesioloog met de slaapmedicijnen en wordt u wakker. Na de operatie/behandeling wordt u naar de verkoeverkamer of recovery (= uitslaapkamer) gebracht. 

video qr code

In deze folder bevindt zich extra informatie door middel van een video. Scan de bovenste QR-code met uw telefoon om deze video te bekijken. Of bekijk de video via:

Ben ik wakker op de uitslaapkamer?

Ja, u bent al wakker op de uitslaapkamer. Sommige mensen zijn zo slaperig dat ze dit achteraf vergeten. 

Mag er bezoek komen op de uitslaapkamer?

Nee, er mag geen bezoek komen. Op de uitslaapkamer liggen namelijk ook andere patiënten. Wij maken uitzonderingen voor mensen met een verstandelijke beperking en kinderen. En voor mensen die de hele nacht op de uitslaapkamer moeten blijven. 

Wanneer mag ik naar de afdeling?

U mag naar de afdeling als u goed wakker bent en uw hartslag, zuurstofgehalte en bloeddruk goed zijn. Ook is het belangrijk dat u niet teveel pijn hebt of misselijk bent. Anders behandelen we dit eerst. Soms is het nodig dat u gedurende langere tijd intensieve verzorging en bewaking nodig heeft. In dat geval gaat u (soms terwijl u nog slaapt) naar de afdeling Intensive Care of blijft u een nacht op de uitslaapkamer. Meestal weet u dit al van tevoren. In andere gevallen zal de anesthesioloog het u op de uitslaapkamer vertellen. Of aan uw contactpersoon als u zelf nog slaapt.

Wanneer mag ik naar huis?

Als uw hoofdbehandelaar besloten heeft dat u 1 of meer nachten moet blijven, bepaalt hij/zij wanneer u naar huis kunt. Bij een dagopname gaat u dezelfde dag weer naar huis. U moet dan van tevoren vervoer met begeleiding naar huis regelen. Wordt u bij receptie 10 behandeld, het dagbehandelingscentrum op F0, lees dan wat u moet voorbereiden.

Extra zorg voor patiënten met kans op hart-en vaatziekten uitklapper, klik om te openen

Bij uw bezoek aan de polikliniek anesthesiologie is met u gecontroleerd of u een ziekte aan het hart heeft of een verhoogde kans heeft op hart- en vaatziekten. Als dit bij u het geval is, dan controleren we na uw operatie of er schade is aan het hart. Dit doen we door de eerste dagen na de operatie een stof (Troponine) te meten in het bloed, als u in het ziekenhuis moet blijven. Als de waarde van deze stof in het bloed normaal is, is verder onderzoek niet nodig. Als de waarde van deze stof afwijkend is, is er misschien sprake van schade aan het hart. Dan komt de hartspecialist (cardioloog) bij u langs om dit uit te zoeken.

Bijwerkingen uitklapper, klik om te openen

U krijgt uitleg over de meest voorkomende bijwerkingen van de medicijnen en de narcose. 

Misselijkheid

Na de narcose kunt u misselijk zijn. Als u eerder misselijk bent geweest na een narcose is de kans groter dat u dit nu weer zult hebben. Geef dit dan aan in het gesprek met de anesthesioloog op de polikliniek. Oudere mensen hebben juist minder kans op misselijkheid. Als het nodig is, kunnen we u medicijnen tegen misselijkheid geven.

Keelpijn en/of heesheid

U kunt keelpijn, heesheid of slikklachten krijgen van het beademingsbuisje dat u tijdens de narcose krijgt. Dit gaat over het algemeen vanzelf over na een paar dagen. 

Pijn

Het is belangrijk dat pijn na de operatie/behandeling goed behandeld wordt. Pijn is onplezierig en pijn kan complicaties geven, zoals een longontsteking doordat u niet goed ophoest. Ieder mens ervaart pijn op een andere manier. U bent de enige die kan vertellen of u pijn heeft en hoe erg die pijn is.

Pijnstillers op vaste tijden
Na de operatie/behandeling krijgt u pijnstillers op vaste tijden toegediend. Dat kan zijn in de vorm van tabletten, zetpillen of via het infuus. Het innemen van pijnstillers op vaste tijden kan pijn voorkomen en is de basis van de pijnbehandeling. 

Welke pijnstillers krijg ik?
U krijgt paracetamol in de vorm van tabletten, zetpillen of via het infuus. Als deze pijnstiller niet voldoende is, dan kunnen extra pijnstillers toegediend worden in de vorm van Naproxen, Ibuprofen of Celebrex. Er zijn mensen die deze medicijnen niet mogen hebben. Er worden dan alternatieven gezocht. Ook kunnen opioïden (sterke pijnstillers) voorgeschreven worden door de arts. Het gaat hierbij meestal om Oxycodon of Morfine.

Wat zijn opioïden?
Opioïden zijn sterke pijnstillers, waarvan morfine, oxycodon en tramadol het meest bekend zijn. Deze middelen geven we bij pijnlijke operaties, waarbij paracetamol niet voldoende is. 

Bijwerkingen van opioïden

  • Obstipatie (darmverstopping). Daarom krijgt u ook altijd laxeermiddelen. 
  • Misselijkheid. Dit komt bij een deel van de mensen voor. Hier hebben we medicijnen tegen de misselijkheid voor.
  • Verwardheid, sufheid of duizeligheid. Soms worden mensen zo suf van opiaten dat ze minder goed ademen. We meten daarom op de afdeling of u goed ademt. Als dat niet zo is, passen we uw medicijnen aan.
  • Veel mensen zijn bang voor verslaving van deze pijnstillers. Bij kortdurend gebruik vanwege kortdurende pijn, zoals pijn door een operatie is die kans klein. Maakt u zich hier zorgen over, bespreek dit dan met uw arts. Het is wel belangrijk dat deze sterke pijnstillers na de operatie (snel) afgebouwd worden. Meer informatie vindt u in de folder: ‘Afbouwen van pijnstillers na de operatie’.

Andere manieren van pijnbehandeling

  • Epidurale katheter:
    De anesthesioloog kan in overleg met u besluiten om voor de operatie een dun slangetje in de rug aan te brengen. Op deze katheter wordt een infuuspomp aangesloten. Meestal krijgt u hier ook een drukknop bij waarmee u uzelf pijnstilling kunt geven. 
  • Plaatselijke verdoving van een lichaamsdeel:
    Afhankelijk van de operatie die u ondergaat, kan de anesthesioloog in overleg met u besluiten om voor de operatie een lichaamsdeel plaatselijk te verdoven via een prik in de hals, oksel of lies. De verdoving kan eenmalig toegediend worden en werkt een aantal uren na, tot maximaal 24 uur. Bij pijnlijke operaties kan via de katheter een spuitenpomp worden aangesloten, zodat de verdoving enkele dagen blijft werken. 

Zeldzame of ernstige complicaties uitklapper, klik om te openen

Er zijn ook zeldzame of ernstige complicaties door de narcose. Deze staan hieronder genoemd. 

Kans op aspiratie (maaginhoud komt in de longen)

U moet voor de narcose nuchter zijn. Hiermee voorkomen we dat er eten of drinken vanuit de maag naar de longen stroomt tijdens de narcose. Als u zich aan deze afspraken houdt, is de kans op ‘aspiratie’ erg klein. Als mensen aspireren, hebben ze 10% kans op een ernstige longontsteking. Dit zien we maar bij 1 patiënt per 25.000 operaties. 

Wakker worden tijdens sedatie (‘awareness’)

Sommige mensen zijn bang om wakker te worden tijdens de narcose. Deze kans is heel klein. Het komt ongeveer 1 keer per jaar voor in het UMC Utrecht (1 patiënt per 15.000 operaties).

Kans op vergeetachtigheid

Sommige mensen denken dat je dement wordt van de narcose medicijnen. Van narcose zelf word je niet dement. Als mensen na een behandeling lichamelijk of geestelijk ‘niet meer de oude worden’, dan komt het door alles wat er tijdens en rondom de operatie gebeurd is. De operatie is een ‘aanslag’ voor uw lichaam. Hoe groter de operatie, des te zwaarder het herstel. Hoe zwakker iemand is, geestelijk en lichamelijk, des te groter de kans dat hij of zij nadien niet meer terugkomt op zijn oude niveau. Het lijkt dan net alsof iemand ineens dement is geworden. Deze groep patiënten noemen we ‘kwetsbare patiënten’.

Kans op overlijden

Dit is heel zeldzaam. Als dit gebeurt, is dit vaker bij mensen die van tevoren al ernstig ziek zijn aan hun hart, longen of bloedvaten en een grote operatie ondergaan. Bij deze mensen overleggen we als behandelteam van tevoren of het zinvol is om een operatie te ondergaan. Bijvoorbeeld, bij een hartoperatie, overlijdt een klein percentage van de mensen door de gevolgen van de operatie zelf. De chirurg die u opereert zal met u bespreken of er sprake is van een verhoogde kans bij u. Door de narcose zelf overlijden mensen zelden.

Beschadiging van de bloedvaten, huid of tanden

U krijgt tijdens de narcose infusen. Hiervan kunt u blauwe plekken krijgen of wondjes. Er een kleine kans op beschadiging aan de bloedvaten. U krijgt tijdens de operatie een beademingsbuisje. Soms is het lastig om een beademingsbuisje te plaatsen. Hierdoor kan tijdens de procedure een stukje tand afbreken (1 patiënt per 1.000 operaties). De kans is groter bij een slecht gebit.

Herstel na de behandeling/operatie uitklapper, klik om te openen

Het kan soms even duren voordat uw lichamelijke conditie weer is zoals voor de operatie/behandeling. U bent misschien sneller vermoeid of buiten adem. Op zich is dit heel gewoon. Uw lichaam heeft door de operatie/behandeling veel moeten doorstaan. Ook klachten zoals concentratie- en geheugenstoringen verbeteren zodra uw krachten weer toenemen.

Overige zaken uitklapper, klik om te openen

Bewaking van de kwaliteit van zorg

Binnen de afdeling anesthesiologie proberen wij steeds de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Wij willen graag weten hoe het met u gaat na uw operatie, en nadat u uit het ziekenhuis bent ontslagen. Soms sturen wij patiënten daarom een maand of een jaar na de operatie een korte vragenlijst. Wij stellen het uiteraard erg op prijs als u ons helpt door deze vragenlijst in te vullen (op het internet of op papier). U bent niet verplicht hieraan mee te werken. Het UMC Utrecht is een opleidingsziekenhuis en doet wetenschappelijk onderzoek.

Opleidingsziekenhuis

Ook tijdens uw behandeling kunnen er artsen, verpleegkundigen, operatie assistentes en anesthesiemedewerkers in opleiding zijn. Het is onze taak te zorgen dat dit geen invloed heeft op de kwaliteit van zorg die u krijgt.

Wetenschappelijk onderzoek

Het UMC Utrecht is een academisch ziekenhuis en dit betekent dat er ook veel wetenschappelijk onderzoek gedaan wordt. Het doel van onderzoek is om de zorg en behandeling in de toekomst te verbeteren. U kunt gevraagd worden of u mee wilt doen aan medisch wetenschappelijk onderzoek. De onderzoeker zal u mondelinge en schriftelijke informatie geven over het onderzoek. Uiteraard heeft uw beslissing om wel of niet deel te nemen aan het onderzoek geen gevolgen voor uw behandeling. 

Contact uitklapper, klik om te openen

Polikliniek Anesthesiologie

Telefoonnummer: 088-7558805
Maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

Bedankt voor uw reactie!

Heeft deze informatie u geholpen?

Graag horen we van u waarom niet, zodat we onze website kunnen verbeteren.

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet