HLA B*15:11
HLA B*15:11
HLA B*15:11
Synoniemen: | HLA B*15:11 |
---|---|
Afnamevoorkeur: | EDTA-buis/6 ml, lila dop (E6) |
Afnamevolume: | 6,0 ml bloed |
Afnamecondities: | Kamertemperatuur |
Verzendcondities: | Kamertemperatuur |
Bewaarconditie: | Kamertemperatuur |
Methode: | SSO-PCR |
Bepalingsfrequentie: | 1 keer per week op maandag. NB: Uitslag volgt uiterlijk woensdag. |
Monsterontvangst: | Loket Externe Monsterontvangst (G03.330) |
Verzendadres: | UMC Utrecht Loket Externe Monsterontvangst Huispostnr. G03.330 Postbus 85500 3508 GA Utrecht |
Contactpersoon: | Vera Deneer, ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog (V.H.M.Deneer@umcutrecht.nl) Technische uitvoering, HLA-laboratorium: 088 75 576 71 (binnen kantooruren) Klinisch advies, dienstdoende ziekenhuisapotheker: 088 75 744 88 |
Referentiewaarden: | Er wordt getest op de aanwezigheid van HLA B*15:11 De uitslag van de test is de bevestiging van aan- of afwezigheid van dit gen (positief/negatief). |
Klinische betekenis: | Polymorfe variaties van het HLA-eiwit (humaan leukocytenantigeen) kan leiden tot het ontstaan van afweerreacties of afweerstoffen tegen een eiwitgeneesmiddel of tegen een geneesmiddel dat leidt tot modificatie van eiwitten in het lichaam. Aanwezigheid van het HLA B*15:11 allel kan leiden tot een verhoogd risico op levensbedreigende cutane bijwerkingen zoals DRESS of stevensjohnsonssyndroom/toxische epidermale necrolyse (SJS/TEN). Bij genotypering wordt het genotype vastgesteld. Het geeft aan welke allelen van de verschillende HLA-genen het geteste individu bezit. Elk allel heeft een naam die bestaat uit een ster (*) en een nummer. Het voorkomen van de verschillende *-allelen en voorspelde fenotypes varieert sterk tussen verschillende bevolkingsgroepen. Op basis van het genotype, kan de uitslag van de genetische test worden vertaald in verschillende voorspelde fenotypes: Afhankelijk van het voorspelde fenotype, kunnen er voor specifieke geneesmiddelen, therapeutische consequenties zijn, zoals een aanpassing van de dosering of een keuze voor een ander geneesmiddel.[1] |
Aanvullingen: | Geneesmiddelen met een ja/ja-interactie* voor minimaal één van de voorspelde fenotypes: carbamazepine Voor meer informatie, kijk op de website van de KNMP of de KNMP Kennisbank *Ja/ja-interactie: ja er is een gen-geneesmiddelinteractie, ja er is actie nodig. Vastgesteld door de Werkgroep Farmacogenetica (DPWG). |
Referenties: | [1] KNMP. Algemene achtergrondtekst Farmacogenetica – Humaan leukocytenantigeen (HLA); geraadpleegd op 29/03/2023 [2] KNMP. Farmacogenetica; geraadpleegd op 28/03/2023. |
Laatst herzien: | 29/08/2023 |
Kwaliteitssysteem: | ISO15189 (M049, CH.KCA.05; M219, KF.GEN.01) |