Sarcoïdose is een ziekte van het afweersysteem. Vroeger werd het ook wel Besnier-Boeck (Schaumann) genoemd. Door een onbekende oorzaak ontstaan ontstekingen in bijvoorbeeld de longen, huid, hart, zenuwstelsel, ogen of gewrichten. Afweercellen (witte bloedlichaampjes) hopen zich op in organen of lymfeklieren en kunnen klachten geven. Deze opeenhopingen noemen we granulomen. Dit kan overal in het lichaam optreden.
Voorkomen
Sarcoïdose is een zeldzame aandoening. Exacte cijfers over hoe vaak het voorkomt in Nederland zijn er niet. Naar schatting zijn er 20 mensen per 100.000 inwoners per jaar die sarcoïdose ontwikkelen. Het voorkomen wordt geschat op 50 per 100.000 inwoners, wat in Nederland neerkomt op zo’n 7000-8000 sarcoïdose patiënten in totaal.
Sarcoïdose komt zowel bij mannen als bij vrouwen voor en kan op iedere leeftijd ontstaan. Bij mannen zien we een piek tussen 30-50 jaar en bij vrouwen een piek tussen 50 en 60 jaar. Het komt ongeveer net zo vaak bij mannen als bij vrouwen voor.
Vormen van sarcoïdose
Er zijn globaal 2 vormen te onderscheiden:
- Acute sarcoïdose: in een korte tijd heeft de patiënt plotseling heftige klachten ontwikkeld zoals o.a. paars-rode vlekken op de huid (erythema nodosum), pijnlijke/gezwollen gewrichten (vaak enkels), koorts, gewichtsverlies, moeheid, lymfklierzwellingen.
Ondanks dat het begin heftig kan zijn geneest een groot deel van de patiënten binnen 1-2 jaar (ongeveer 80%), vaak zonder behandeling.
- Chronische sarcoïdose: vaak ontstaan hier de klachten geleidelijk aan en zijn in begin minder heftig. Afhankelijk van de plaats waar de ontstekingen zitten ontwikkelen patiënten specifieke maar ook niet-specifieke klachten (zoals moeheid, pijn, geheugenstoornissen). Er kunnen periodes zijn dat de klachten erger worden (opvlammingen).