Terug

Keratoconus en corneale crosslinking

Patiëntfolder

Deze folder geeft algemene informatie over corneal crosslinking (CXL), een behandelmethode voor keratoconus. Deze informatie dient ter ondersteuning van gesprekken die uw oogartsen, optometristen en verpleegkundigen met u over de behandeling hebben. Als u voorafgaand aan de behandeling nog een gesprek heeft op de polikliniek, dan vragen wij u deze folder mee te nemen. 

Wat is keratoconus?

Het woord keratoconus is afgeleid van een aantal Griekse woorden en betekent kegelvormig hoornvlies (cornea). Bij keratoconus is het hoornvlies minder stevig dan gewoonlijk door veranderingen in de structuur van het hoornvliesweefsel. Deze veranderingen leiden tot een verzwakking en verdunning van het hoornvlies. Hierdoor verandert het hoornvlies van vorm: het wordt kegelvormig in plaats van bolvormig. De aandoening wordt gekenmerkt door een toenemende verdunning en het steiler worden van een gedeelte van het hoornvlies. Dit gaat vaak gepaard met een verminderde gezichtsscherpte.

Oorzaken uitklapper, klik om te openen

Erfelijke factoren

Uit onderzoek weten we dat keratoconus erfelijk is. De verzwak¬king van het hoornvlies is dus aangeboren. Het overervingspatroon is echter niet duidelijk. Familieleden van iemand met keratoconus kunnen een veranderde vorm van het hoornvlies heb¬ben, zonder dat ze hier last van hebben. 

Allergie

Keratoconus komt vaker voor bij mensen met astma en eczeem (35%) en (oog)allergie (21%).

Associatie met syndromen

Keratoconus kan een op zichzelf staande aandoening zijn, maar gaat ook wel eens samen met andere oogheelkundige aandoeningen, zoals Leber’s congenitale amaurosis en retinitis pigmentosa. Ook kan het samen gaan met systemische ziekten, zoals het syndroom van Down, Turner, Ehlers-Danlos en Marfan. Daarnaast komt keratoconus iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. 

Wrijven

Mensen die vaak en hard in hun ogen wrijven kunnen mogelijk een keratoconus ontwikkelen of een bestaande keratoconus doen verergeren. 

Hoe is het verloop van keratoconus?

Keratoconus komt in Nederland bij ongeveer 1 op de 2000 mensen voor. In 85% van de gevallen is er sprake van keratoconus in beide ogen. Het komt regelmatig voor dat één oog erger is aangedaan en dat de ontwikkeling van de aandoening in het ene oog eerder start dan in het andere oog. De eerste symptomen openbaren zich rond de pubertijd en uiten zich in een achteruitgang van het gezichtsvermogen. Andere symptomen zijn dubbelzien, vervorming van beelden en licht¬schuwheid. De vormverandering van het hoornvlies kan verder toenemen (dit heet ‘progressie’) of stabiel blijven. De kans dat er sprake is van een progressieve keratoconus na het 35e levensjaar is klein. 

Behandeling uitklapper, klik om te openen

Keratoconus kan op verschillende manieren behandeld worden. De keuze voor behandeling is onder andere afhankelijk van de gezichtsscherpte, de helderheid en dikte van het hoornvlies en of de keratoconus progressief of stabiel is. Ook is het van belang of iemand zijn/haar contactlenzen kan verdragen. 

Contactlenzen

Contactlenzen kunnen de veranderde vorm van het hoornvlies in het algemeen goed corrigeren, omdat ze de vormverandering van het hoornvlies compenseren. Er zijn vele verschillende typen contactlenzen, waarvan enkele specifiek zijn voor keratoconus. 

Zachte contactlenzen hebben over het algemeen een hoog draag¬comfort, maar zijn vaak minder effectief dan vormstabiele (harde) contactlenzen, omdat zij de vorm van het hoornvlies volgen. 

Naarmate het hoornvliesoppervlak onregelmatiger wordt, geeft een vormstabiele lens betere resultaten voor het zicht. Hiervoor zijn speciale lenstypen ontwikkeld. 

Bij een gevorderde keratoconus wordt vaak een scleralens toegepast. Een gewone vormstabiele lens past dan meestal niet meer. De scleralens is groter en rust niet op het gevoelige hoornvlies maar op het oogwit (de sclera). 

Het is belangrijk een contactlenspraktijk met voldoende ervaring in de medische toepassing van contactlenzen te bezoeken. 

Hoornvliestransplantatie 

Bij ongeveer 22% van keratoconus patiënten wordt er in een ver¬gevorderd stadium een hoornvliestransplantatie uitgevoerd. 

Corneal Crosslinking (CXL)

CXL is bedoeld voor de behandeling van keratoconus waarbij er sprake is van progressieve keratoconus: een aangetoonde toenemende hoornvliesvervorming en/of –verdunning. Door behandeling van het hoornvlies met CXL kan een hoornvliestransplantatie mogelijk uitgesteld of voorkomen worden. 

Wat is CXL? 

Het doel van CXL is het afremmen van de toenemende hoornvlies¬vervorming en/of –verdunning. 

De behandeling: 

  • Versterkt het hoornvlies. 
  • Stabiliseert het ziekteproces. 
  • Probeert het ogenblik waarop een hoornvliestransplantatie nodig is uit te stellen. 

De behandeling is niet bedoelt om het zicht of de vorm van het hoornvlies beter te maken

De standaard CXL behandeling bestaat uit de combinatie van: 

  • Het verwijderen van het bovenste laagje van het hoornvlies (epitheel) 
  • Riboflavine oogdruppels (= vitamine B2: een niet-giftige en fotogevoelige oplossing) 
  • Ultraviolet-A (UV-A) licht. 

Deze combinatie leidt tot de crosslinking reactie, waardoor de mechanische kracht van het hoornvliesweefsel wordt versterkt. Dit versterkend effect zorgt ervoor dat de verdunning en verzwak¬king van het hoornvlies wordt vertraagd, of in sommige gevallen, zelfs gestopt. 

Wanneer komt men in aanmerking voor CXL? 

CXL is bedoeld voor patiënten bij wie is aangetoond dat de keratoconus progressief is. 

Criteria voor CXL behandeling zijn: 

  • Er mag geen sprake zijn van andere oogaandoeningen. 
  • De gemiddelde dikte van het hoornvlies moet minimaal 400 micrometer zijn (uitzonderingen daargelaten). 
  • Leeftijd van 18 jaar of ouder. In uitzonderlijke gevallen worden ook kinderen tussen 12 en 18 jaar behandeld. 

CXL kan ook worden toegepast bij andere keratoconus-verwante ziektebeelden. 

Voordelen van CXL 

Corneal crosslinking: 

  • Stabiliseert en versterkt het hoornvlies. 
  • Probeert het ogenblik waarop een hoornvliestransplantatie nodig is uit te stellen. In enkele gevallen kan een hoornvliestransplantatie mogelijk zelfs voorkomen worden. 
  • Is een weinig invasieve behandeling. 

Nadelen en risico’s van CXL 

De kans op complicaties tijdens of na CXL is klein. Er is een kleine kans op wondgenezingsproblemen, infectie en littekenvorming. Voorlopige studies hebben aangetoond dat de kwaliteit van het zien na deze behandeling niet vermindert, en in zeldzame gevallen verbetert. Er is geen aanwijzing gevonden dat de cellen van het hoornvlies, de lens en het netvlies beschadigd raken bij de behandeling. 

Voorbereiding 

Om te kijken of een CXL behandeling voor u noodzakelijk is vindt een uitgebreid oogheelkundig onderzoek plaats: 

  • Het is voor het onderzoek zeer belangrijk dat u de harde contactlenzen van beide ogen minstens 2 weken van tevoren uitlaat. Voor zachte contactlenzen geldt dat u deze minstens 1 week van tevoren uitlaat. Bij het gebruik van een scleralens is dit 5 tot 7 dagen. 
  • De sterkte van uw ogen wordt gemeten. 
  • Er worden foto’s gemaakt van de buiten- en binnenzijde van het hoornvlies. 
  • De dikte van het hoornvlies wordt gemeten. 
  • U krijgt in sommige gevallen pupilverwijdende druppels om de rest van uw ogen te onderzoeken. 
  • U wordt in sommige gevallen ook door een contactlensspecialist onderzocht. 

Wanneer u in aanmerking komt voor CXL behandeling: 

  • Bij de receptie maakt u afspraken voor de behandeling en de controles. Soms worden de afspraken per post verstuurd. 
  • Tot aan de behandeling kunt u uw contactlenzen weer gewoon dragen, tenzij anders met u afgesproken. 
  • Van te voren haalt u alle voorgeschreven medicijnen bij uw apotheek op, deze neemt u mee op de dag van behandeling. 

De CXL behandeling 

De behandeling duurt totaal ongeveer 1,5 uur en vindt plaats op de polikliniek Oogheelkunde van het UMC Utrecht. 

Tijdens de behandeling 

U wordt aan een oog tegelijk behandeld. Uw oog wordt met oogdruppels verdoofd. Het oppervlakkige hoornvlieslaagje (het epitheel) wordt verwijderd. Vervolgens wordt u elke 3 minuten gedurende 30 minuten gedruppeld met riboflavine. Hierna wordt er gedurende een half uur UV-A licht toegediend. U ligt op een bed en kijkt naar een lampje welke zich ongeveer 5 cm boven uw hoofd bevindt. 

De behandeling is vrij eentonig, wij zorgen ter ontspanning voor rustige muziek op de achtergrond. Wanneer u zelf muziek heeft waar u rustig van wordt, kunt u deze meenemen.  

Na de behandeling 

Direct na de behandeling wordt uw oog gedruppeld met antibiotica en wordt er een zachte bandagelens op uw oog geplaatst, die na een week weer verwijderd wordt op de polikliniek Oogheelkunde. 

Direct na de behandeling en de dag erna kunt u een pijnlijk, branderig gevoel en lichtschuwheid ervaren. Deze klachten nemen geleidelijk af. 

Wij willen u adviseren vervoer naar huis te regelen, omdat u wegens wazig zicht tijdelijk niet zelfstandig aan het verkeer mag deelnemen. Het is comfortabel om direct na de behandeling een zonnebril te dragen bij vervoer naar huis, maar ook de dagen na de behandeling. De nazorg bestaat uit antibiotica en ontstekingsremmende oog¬druppels gedurende een maand. Uw werkzaamheden kunt u over het algemeen na twee dagen weer hervatten. De eerste drie weken mag u niet sporten of zwembad/sauna bezoeken. 

Wij onderzoeken u na twee dagen, één week, één maand, drie maanden, zes maanden en na één jaar. Een controlebezoek duurt ongeveer 45 minuten. 

Contactlens niet dragen 

Tot drie maanden na de behandeling mag u de contactlens van het behandelde oog niet dragen. Na drie maanden kunt u deze gewoon weer dragen en vragen wij u minstens twee weken voor elke controle deze contactlens weer uit te laten. Dit heeft te maken met de betrouwbaarheid van de oogmetingen die bij de controles worden verricht. 

Zorgkosten uitklapper, klik om te openen

Meer over zorgkosten

Contact uitklapper, klik om te openen

Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u een verwijzing nodig van uw oogarts.

Polikliniek Oogheelkunde

088 75 588 40

De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 tot 11.30 uur en tussen 13:00 en 16:45 uur.

Bedankt voor uw reactie!

Heeft deze informatie u geholpen?
Graag horen we van u waarom niet, zodat we onze website kunnen verbeteren.

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet