Werk uit handen van docenten, meer interactief onderwijs én met patiënt centraal
“Tot nu toe heb ik alleen gewerkt met docenten die erg enthousiast zijn.” Aldus Julia Geurts, basisarts onderwijsontwikkeling, die zich richt op het toepassen in de praktijk van activerende onderwijsvormen en hierbij docenten ondersteuning biedt. “Meer interactie tussen studenten en docent, met de patiënt centraal in de inhoud van de lesstof, daar gaat het om in onze activerende onderwijsvormen.”
Julia is in maart 2020 afgestudeerd als basisarts en is dus zelf goed op de hoogte van het Utrechtse geneeskundeonderwijs en de diverse onderwijsvormen. Op 1 december afgelopen jaar is zij vanuit het programma Facultaire Kwaliteitsgelden begonnen als onderwijsontwikkelaar voor de bacheloropleidingGeneeskunde.
“Ons doel is verbetering van kleinschalig en intensief onderwijs, dat ik nu voor de bachelor Geneeskunde samen met Michelle Nugteren vormgeef”, vervolgt Julia. “En uiteraard in overleg met de betrokken docent. Michelle vanuit onderwijskundig perspectief en ik vanuit inhoudelijk. Alle lesstof in een nieuw activerend onderwijsconcept inhoudelijk kloppend maken, aansluitend op de vereiste leerdoelen – daar richt ik me op. Het grote voordeel is dat ik als basisarts daadwerkelijk docenten werk uit handen kan nemen, door het onderwijs ook inhoudelijk vorm te geven.”
45 slides online
Een voorbeeld? “Zo werden we door Annet van Royen (opleidingsdirecteur Geneeskunde en kinderreumatoloog) benaderd met de wens dat zij graag meer interactie wilde met de studenten in haar online werkcollege over vasculitis (bloedvatontsteking). Het bleek dat het werkcollege bestond uit maar liefst 45 slides over vasculitis – eigenlijk een verkapt hoorcollege. We hebben het zo aangepast dat studenten ter voorbereiding op het college eerst zelf de aandoening vasculitis bestuderen. We hebben de nodige theorie aangereikt en vier YouTube-filmpjes erover, met de voorwaarde dat als ze deze vragen voor zichzelf kunnen beantwoorden, ze voorbereid zijn op het college.
Vervolgens hebben we de inhoud aangepast. Ditmaal meer patiëntencasuïstiek, verdeeld over minder slides. En de Wooclap-vragen zijn aangepast. Met Wooclap kunnen studenten via de smartphone onder andere meerkeuzevragen beantwoorden en vragen stellen aan de docent. De patiënt en zijn zorgvraag staan centraal. En “onder supervisie” van de docent kunnen studenten dan als dokters, klinisch redenerend, tot de diagnose van vasculitis komen. Gedurende het ontwerpproces van het nieuwe werkcollege hou ik in de gaten of de gestelde leerdoelen blijven corresponderen met de inhoud van de nieuwe activerende lesvorm.”
SlimStuderen
Julia herinnert zich als student dat de werkgroepen erg konden wisselen in de mate van inspiratie. “Werkgroepen kwamen helaas vaak neer op het voorlezen van antwoorden uit de samenvattingen van SlimStuderen. Niet echt een meerwaarde dus, zodat je merkte dat de opkomst bij werkgroepen afnam. Zonde, want door het volgen van een goed opgezet kleinschalig onderwijs kun je als student zoveel inspiratie opdoen en motivatie ervan ondervinden.”
Curriculumherziening
“Soms horen we ‘Waarom zouden we ons nu al buigen over activerend onderwijs, als straks toch het curriculum wordt vernieuwd?’. Onterecht”, benadrukt Julia, “want ondertussen hoeven we niet stil te blijven staan. Sterker, alles wat we nu proberen, kan straks ook worden ingezet. Het gaat om het resultaat: het leerrendement en de motivatie kan alleen maar stijgen met de toepassing van activerend, interactief onderwijs.”