De verpleging brengt u naar de afdeling radiologie. Een medewerker haalt u op uit de wachtruimte en begeleidt u naar de onderzoeksruimte. In de onderzoeksruimte stellen we u een aantal controle vragen (naam, geboortedatum, medicijn gebruik) om de procedure veilig te laten verlopen. In de onderzoeksruimte schuift u uit uw bed naar de onderzoekstafel. U komt op uw rug op de onderzoekstafel te liggen. U wordt aangesloten op de bewakingsapparatuur, zo kunnen wij uw bloeddruk en zuurstofgehalte tijdens de procedure meten.
Een bloedvat wordt meestal aangeprikt in de lies. Soms wordt het bloedvat aangeprikt in de arm. Via een dun slangetje (katheter) dat wordt ingebracht in het bloedvat kan het contrastmiddel worden ingespoten om het bloedvat in beeld te brengen. Op de plek waar de bloedvaten de tumor bereiken, kunnen de radioactieve bolletjes worden ingespoten. De radioactieve bolletjes stromen met het bloed mee de tumor in. In de tumor hopen de bolletjes op waardoor ze de tumor van binnen bestralen.
Het is belangrijk dat de radioactieve bolletjes alleen op de plek van de tumor terecht komen en niet in het gezonde weefsel. Dit is niet met zekerheid te voorspellen. Dit onderzoek bestaat daarom uit 2 delen, een proef behandeling met lage dosis radioactieve bolletjes en de behandeling met de volledige dosis radioactieve bolletjes. Na de behandeling met de proefdosis wordt een controle scan gemaakt. Na beoordeling van deze scan wordt besloten of de behandeling met de volledige dosis radioactieve bolletjes veilig kan plaats vinden. Deze 2 behandelingen vinden plaats op verschillende dagen, het verloop van de procedure is voor u op beide dagen gelijk.
Om het risico op infectie zo klein mogelijk te houden wordt in de onderzoeksruimte steriel gewerkt. Dat wil zeggen, zoals op een operatiekamer, met speciale kleding en hygiëne regels.
Als het onderzoek klaar is, wordt de aanprikplek dichtgemaakt. Bij een liespunctie kan dit door een klem te plaatsen die drukt op de lies gedurende 15 à 20 minuten waarna u een drukverband krijgt. Of de radioloog beslist de lies te sluiten met behulp van een inwendige hechting, de wond hoeft dan niet dicht gedrukt te worden. Bij een polspunctie wordt de aanprikplek gedurende korte tijd door de radioloog dichtgedrukt waarna er een ballonnetje wordt geplaatst die druk uitoefent.
Mogelijke complicaties
- Vaak voorkomend
-misselijkheid, duizeligheid naar aanleiding van het contrastmiddel.
-bloeduitstorting op de aanprikplek zoals een forse blauwe plek.
- Soms voorkomend
-thrombus / embolie, stukje hard materiaal (stolsel of kalk) raakt los in het bloedvat.
-nabloeding doordat de aanprikplek weer open gaat: druk met uw vingers stevig op de aanprikplek en schakel hulp in.
-contrast allergie: klachten van jeuk, galbulten, benauwdheid.
Duur van het onderzoek
Dit hangt samen met de vraagstelling en het verloop van het onderzoek. In de meeste gevallen duurt het onderzoek ongeveer 2 uur.