Terug

Interference in point-of-care international normalized ratio monitoring in patients with lupus anticoagulant is correlated with anti–β2-glycoprotein I antibody titers

Interference in point-of-care international normalized ratio monitoring in patients with lupus anticoagulant is correlated with anti–β2-glycoprotein I antibody titers

Tijdschrift

Research and Practice in Thrombosis and Haemostasis (2023); 2023;7:1–8.

Auteurs

T. Noordermeer, R. Urbanus, C. Wong, et al.

Samenvatting in het Nederlands

Mensen met het antifosfolipidensyndroom (APS) die trombose hebben gehad worden behandeld met bloedverdunners om het krijgen van een volgende trombose te voorkomen. Behandeling met bloedverdunners luistert nauw, met aan de ene kant het risico op bloedingen en aan de andere kant het risico op het opnieuw krijgen van trombose. De intensiteit van de behandeling met bloedverdunners kan worden gemeten met behulp van de internationaal genormaliseerde ratio (INR). De INR kan worden bepaald in een diagnostisch laboratorium, maar veel mensen kiezen ervoor dit zelf te meten met behulp van een vingerprik, zogenaamde Point of Care Testing (POCT).

Voorafgaand onderzoek bij mensen met APS heeft aangetoond dat er verschillen kunnen zijn tussen INR-waarden verkregen met POCT en INR-waarden via ‘normaal’ bloedonderzoek door het diagnostisch laboratorium. Hierbij wordt er een hogere INR-waarde gezien bij de POCT test. Het is mogelijk dat INR-waarden gemeten met POCT foutief verhoogd zijn door de aanwezigheid van een bepaalde antifosfolipiden antistof, het zogenaamde lupus anticoagulans. Hierdoor zou de medicatie bij deze mensen onterecht naar beneden kunnen worden bijgesteld, waardoor het risico op het krijgen van een nieuwe trombose wordt vergroot.

In dit onderzoek hebben wij de POCT INR-waarde vergeleken met de INR-waarde die wordt bepaald in een diagnostisch laboratorium bij 33 mensen met APS die positief zijn voor lupus anticoagulans. Daarnaast hebben we gekeken naar de correlatie van antifosfolipiden antistoffen en het verschil in INR-waarde. Uit ons onderzoek is gebleken dat de INR-waarde gemeten met de POCT bij mensen met APS meestal betrouwbaar is. Bij sommige mensen hebben we een verschil in waarde gemeten met de POCT en het laboratorium. De POCT is vooral onbetrouwbaar bij patiënten met een hoge INR (groter dan 3.0) en bij mensen met een specifiek antistofprofiel. Hierbij gaat het om mensen die zowel positief zijn voor lupus anticoagulans als anti-beta2GPI IgG antistoffen.

Het hele artikel van dit onderzoek is hier te vinden (Engels): https://www.rpthjournal.org/article/S2475-0379(22)02196-3/fulltext

English summary

Antiphospholipid syndrome (APS) patients receive oral anticoagulation therapy to prevent recurrent thrombosis. The use of anticoagulation imposes bleeding risks and therefore requires strict monitoring. Monitoring of anticoagulation therapy can be performed the international normalized ratio (INR). INR monitoring is important as low INR values indicate an increased risk of thrombosis and high INR values are associated with an increased bleeding risk. Measurement of INR can be performed in the diagnostic laboratory or at home using a Point-of-Care test (POCT).

There are indications that in APS patients INR measurement with POCT differs from INR measurement in diagnostic laboratory, in which POCT INR values are often elevated. It is known that the presence of antiphospholipid antibodies, and specifically lupus anticoagulant, can lead to falsely elevated INR values in POCT. As INR values are used to adjust the dosage of VKA, accurate INR values are really important.

In the current study, we included 33 APS patients positive for lupus anticoagulant. We measured INR values of all patients with POCT and in the diagnostic laboratory. Additionally, we determined which antiphospholipid antibodies correlate with the possibly observed INR discrepancies. We found POCT to be reliable for INR measurement in most APS patients. However, some patients showed a difference in INR between POCT and laboratory measurement. This difference was especially seen in patients with a POCT-INR above 3.0 and patients that are positive for both lupus anticoagulant and anti-beta2 glycoprotein I antibodies.

The full article of this study can be found here (English): https://www.rpthjournal.org/article/S2475-0379(22)02196-3/fulltext

Bedankt voor uw reactie!

Heeft deze informatie u geholpen?
Graag horen we van u waarom niet, zodat we onze website kunnen verbeteren.

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet