Terug

Wakkere hersenoperatie bij epilepsie

Wakkere hersenoperatie bij epilepsie

Patiëntfolder

Uit de resultaten van het vooronderzoek is gebleken dat u in aanmerking komt voor een wakkere operatie. De arts/ verpleegkundig specialist die u begeleid in het voortraject heeft u hierover ingelicht.

We weten niet van tevoren hoe lang u moet wachten voor u geopereerd wordt. Meestal duurt dit drie tot vijf maanden.

De wachttijd is afhankelijk van:

  • Het soort operatie.
  • De mensen die we hierbij nodig hebben.
  • Beschikbare bedden op de verkoever, intensive care, medium care en de verpleegafdeling.
  • Het operatieschema.

De verpleegkundig specialist geeft u informatie over de wachttijd en de geplande operatiedatum.

Doel van de operatie

Het doel van een wakkere hersenoperatie bij patiënten met epilepsie is een maximale resectie van de bron van de epilepsie, met behoud van functies. 

Tijdens het wakkere gedeelte van de operatie stimuleren we de hersenschors met elektrische stroomstootjes zodat we de taal, spraak, gevoel of motoriek  in kaart kunnen brengen, afhankelijk van welke van deze functies dichtbij de epileptische bron zitten. Zo kunnen we zoveel mogelijk van deze bron verwijderen zonder schade toe te brengen aan belangrijke hersenfuncties. 

De patiënt is gedurende deze fase van de operatie volledig bij kennis. Als deze fase voorbij is, wordt de patiënt weer in slaap gemaakt. 

Voorbereiding uitklapper, klik om te openen

Vóór de operatie zullen de neurochirurg, anesthesist, verpleegkundig specialist en de klinisch neuropsycholoog de wakkere (taal)monitoring uitgebreid met u bespreken op de polikliniek. 

Er zal ook een test-onderzoek worden afgenomen door de klinisch neuropsycholoog om de operatie goed voor te bereiden. Deze test-onderzoeken zijn aanvullend aan het reeds afgenomen neuropsychologisch onderzoek dat heeft plaatsgevonden in het begin van het traject.

Voor de operatie doen we ook een preoperatieve screening (POS) op de polikliniek.

Met deze screening onderzoeken we uw lichamelijke conditie. Ook krijgt u informatie over de operatie en wat kort voor, tijdens en na de operatie gebeurt. Dit gebeurd door de anesthesist (de arts die verantwoordelijk is voor de narcose tijdens de operatie).

Uitgebreide informatie over de narcose kunt u lezen in de folder ‘Anesthesie’ die voor de screening wordt toegestuurd door de POS polikliniek.

Instructies vóór de operatie

Wij verzoeken u bij de voorbereiding op de operatie met de volgende aandachtspunten rekening te houden:

  • oefen thuis om rustig te kunnen blijven liggen en alleen in overleg te bewegen;
  • lig de nacht voor de operatie in bed met het bovenlijf licht omhoog (hoofd hoger dan hart);
  • laat niet in uw elleboog prikken;
  • bespreek eventuele angsten;
  • gebruik de thuismedicatie gewoon door zoals met u besproken;
  • neem bril / gebit mee naar de operatiekamer;
  • u krijgt elastische steunkousen;
  • ga met een lege blaas naar de operatiekamer.

Dag vóór de opname

Een groot deel van de mensen draagt de bacterie Staphylococcen Areus met zich mee. Deze bacterie komt voor op de huid en slijmvliezen, met name in de neus. Voor gezonde mensen is dat geen probleem, maar bij patiënten die een operatie ondergaan kan het leiden tot een infectie, bijvoorbeeld van de wond.

Om infectie te voorkomen worden alle patiënten die een hersenoperatie ondergaan tijdens de opname behandeld met neuszalf en speciale desinfecterende zeep (Chloorhexidine 4mg/ml, veelal Hibisrub®. Wij vragen u zich de dag van opname thuis te wassen met Hibisrub®. U krijgt een flesje mee van de verpleegkundig specialist of deze wordt opgestuurd door de polikliniek. Ook kunt u het zelf bij de apotheek kopen.

Dag van opname

U meldt zich bij de balie op de verpleegafdeling C3 oost.

Op de afdeling hebt u een gesprek met een verpleegkundige die:

  • Gegevens verwerkt over uw gezondheid en dagelijks leven.
  • U voorlichting geeft over onder meer uw verblijf in het ziekenhuis en de operatie.
  • U voorlichting en adviezen geeft over het inschakelen van hulp als u weer naar huis gaat.

Het kan zijn dat we tijdens de operatie gebruik gaan maken van het MRI-scan geleide neuronavigatiesysteem. Indien dat het geval is hoort u dit op de polikliniek van de neurochirurg of de verpleegkundig specialist in de dagen voorafgaand aan de operatie.

Op de dag van de opname zal de zaalarts mogelijk daarom in de loop van de dag een infuusnaaldje in uw arm brengen en plakt hij een aantal stickers op u hoofdhuid. Vaak moet hiervoor een beetje hoofdhaar worden weggeschoren. Hierna gaat u naar de Röntgenafdeling voor het maken van een MRI-scan. 

De kans is groot dat u die dag nog voor een gezichtsveldonderzoek naar de polikliniek oogheelkunde gaat. Soms gebeurt dit al voor de opname indien de afdeling oogheelkunde geen plek meer heeft op de dag van opname.

De verpleegkundige vertelt u over de voorbereiding op de operatie.  U krijgt uitleg over:

  • Vanaf wanneer u nuchter moet zijn voor de operatie.
  • De voorbereidingskamer (holding).
  • De operatiekamer.
  • De 24-uurs uitslaapkamer (recovery).

Verder krijgt u informatie over bewakingsapparatuur, infusen en zuurstoftoediening, direct na de operatie.

Zo nodig geven we u een laxeermiddel. Hiermee willen we voorkomen dat u na de operatie last krijgt van verstopping. ‘s Avonds moet u zich wassen met hibiscrub en eventuele nagellak verwijderen. Het eventueel afscheren van uw hoofdhaar (gedeeltelijk) gebeurt op de operatiekamer, als u al in slaap bent gebracht.

Medicijngebruik

Op de dag van opname gebruikt u nog gewoon uw eigen anti-epileptica zoals u dat gewend bent. Voor de dag van de operatie en de dagen daarna schrijft de zaalarts precies voor welke anti-epileptica u moet innemen en in welke vorm (tablet, zetpil of injectie). Zodra u uw eigen medicijnen weer kunt innemen, neemt u deze weer in zoals u gewend bent. Als u naast de anti-epileptica nog andere medicijnen gebruikt, dan bespreekt de anesthesioloog welke u op de operatiedag mag innemen en welke niet. De anesthesioloog schrijft medicijnen voor tegen de pijn na de operatie. Meestal is dit paracetamol. Als dit niet genoeg helpt, past de zaalarts deze medicijnen aan. Om trombose te voorkomen, krijgt u eenmaal per dag een anti-tromboseprik in uw buik of been. Zodra u weer zes uur per dag of langer uit bed bent, stoppen we met dit medicijn.

Operatiedag

Op de operatiedag maken we u ’s morgens op tijd wakker. We beginnen dan met voorbereidingen op de operatie. U krijgt een operatiejasje aan en misschien een medicijn (premedicatie), waar u slaperig van wordt. Sieraden en prothesen, bijvoorbeeld een kunstgebit en bril, blijven op uw kamer of het is anders afgesproken met de neuropsycholoog. Waardevolle spullen kunnen we tijdelijk achter slot bewaren. Overleg hierover met de verpleegkundige.

Na de operatie blijft u een nacht op een andere afdeling (24-uurs uitslaapkamer). Daarom vragen we u de nodige toiletspullen (zeep, tandenborstel, tandpasta, scheerapparaat, bril) in een toilettas te doen. Deze brengen we naar de 24-uurs uitslaapkamer. Ook uw medicijnen brengen we daar naartoe.

U wordt met bed en al naar de operatiekamers gebracht door de verpleegkundige en een medewerker van de vervoersdienst. Als eerste wordt u aangemeld bij de holding. De holding is en wachtruimte, bedoeld om ervoor te zorgen dat u op tijd in de operatiekamer bent. U krijgt naast een infuus, en vaak wat antibiotica, enkele plakkers op uw borst (hartslag) en een klemmetje op uw vinger (zuurstofgehalte). Ook wordt de bloeddruk en temperatuur gemeten. 

Indien u het prettig vind kan u partner of familielid deels met u mee gaan en bij u blijven. Dit kunt u bespreekbaar maken in u gesprek met de neurochirurg, verpleegkundig specialist of anesthesist. Zij zullen dan ook voorbereid worden en krijgen speciale kleding aan om mee te kunnen gaan naar de operatiekamer.

Zodra het team klaar is voor u op de operatiekamer wordt u met bed en al daarheen gereden.

U mag in de operatiekamer zelf over klimmen van u bed naar de operatietafel. U krijgt warme doeken om u heen en er wordt gecontroleerd wie u bent en nogmaals kort met u besproken wat we gaan doen.

Dan wordt u in slaap gebracht.

Wie ziet u tijdens de operatie op de operatiekamer?

U wordt tijdens uw wakkere hersenoperatie door de volgende teams begeleid:

  • neurochirurgische operatieteam (neurochirurg in de functie van hoofdbehandelaar);
  • neurofysiologische team (voor elektrostimulatie); Voor de metingen van de epilepsie tijdens de operatie;
  • medisch neuropsychologisch team (voor het testen van de taal, spraak, motoriek of gevoel);
  • anesthesie team: een team bestaande uit een anesthesioloog en een anesthesiemedewerker. De belangrijkste taak voor dit team is om voor uw veiligheid en comfort te zorgen. 

Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen

De operatie bestaat uit de volgende vier fasen:

  1. Voorbereidingsfase, hier bent u nog wakker;
  2. Openen van de schedel, dit gebeurd als u slaapt.
  3. Testen en epilepsiebron verwijderen, tijdens deze fase wordt u wakker gemaakt.
  4. Sluiten van de schedel, dit gebeurd als u slaapt.

Fase 1 (voorbereiding)

In de voorbereidingsfase wordt u aangesloten op de bewaking en wordt een infuus ingebracht. Via dit infuus krijgt u de sedatie (een roesje). Onder de invloed van dit roesje wordt u verder voorbereid op de operatie (zoals het inbrengen van een blaaskatheter, noodzakelijke infusen, stickers en de verdoving van uw schedel). 

De neurochirurg legt dan uw hoofd vast in een zogenaamde Mayfield-klem, zodat uw hoofd tijdens de gehele operatie niet onverwacht beweegt. Daarna wordt er een soort tent gebouwd om u hoofd heen. Hierna begint de operatie. Dit alles gebeurd als u slaapt.

Fase 2 (openen van de schedel)

Dan start de daadwerkelijke operatie eerst met het openen van de schedel en zal er eerst wat testen en eventueel al hersenweefsel verwijderd worden dat veilig verwijderd kan worden, u bent dan nog steeds diep in slaap;

Fase 3 (testen en epilepsiebron verwijderen)

Als we op het punt komen dat we u nodig hebben voor het testen van de functies wordt u rustig wakker gemaakt. 

Als u wakker wordt, ligt uw hoofd helemaal vast in een klem, zodat het hoofd niet plotseling kan bewegen terwijl de chirurg aan het opereren is. Dat is geruststellend, maar probeer de neiging te onderdrukken om ja te knikken en nee te schudden als er vragen worden gesteld. U ligt in een soort halve tent, maar u kunt ons goed zien en horen. Wij zorgen ervoor dat uw mond niet uitdroogt en dat u een aangename smaak in de mond heeft, zodat u makkelijk kunt praten en goed verstaanbaar bent. 

Door de plaatselijke verdoving en een roesje zult uw aanraking blijven voelen maar u zult zo min mogelijk pijn ervaren. Mocht u wel pijn ervaren, is het belangrijk dat u dit aangeeft. Het is ook waarschijnlijk dat u zich later deze fase minder goed kunt herinneren, ook al blijft u wakker.

Tijdens het testen kan het zijn dat de neurochirurg ook deels wat hersenweefsel verwijdert. Hier bent u dus wakker. De stroomstootjes tijdens het testen en het snijden in de hersenen kun je niet voelen, want de hersenen hebben geen pijnreceptoren (zenuwuiteinden die pijn ervaren). Soms kunnen het hersenvlies of de spieren van de schedel gevoelig zijn. Als u dit aangeeft, kan de neurochirurg extra plaatselijk verdoven. Over de elektrostimulatie en de testen wordt u door de andere medische teams geïnformeerd.

Fase 4 (sluiten van de schedel)

Als de neurochirurg voldoende informatie heeft gaat u weer slapen, de neurochirurg maakt eerst de operatie af volgens het plan dat hij met de klinisch neuropsycholoog en de neurofysioloog gemaakt heeft en dan sluit hij weer de schedel. De huid wordt gesloten en verbonden met een verband en tulband. Dit alles gebeurd als u weer slaapt.

Als alles klaar is wordt u weer rustig wakker gemaakt op de operatietafel.

Na de operatie gaat u voor een nacht naar de uitslaapkamer van het operatiecomplex, zodat wij u goed kunnen bewaken.

Direct na de operatie

Na de operatie blijft u tot de volgende ochtend op de 24-uurs uitslaap- kamer. Hier werken gespecialiseerde verpleegkundigen die regelmatig controles doen van:

  • Bewustzijn.
  • Functie in armen en benen.
  • Spraak.
  • Bloeddruk.
  • Polsslag.
  • Temperatuur.
  • Pupilreactie.
  • Pijn.

Na de operatie hebt u een infuus, een urinekatheter, soms een wonddrain en soms een zuurstofslangetje in de neus.

Na afloop van de operatie vertelt de neurochirurg aan uw partner of andere contactpersoon hoe de operatie is verlopen. Zodra u goed wakker bent vertelt hij dit ook aan u. De ochtend na de operatie brengen we u terug naar de afdeling. Als het nodig is, blijft u een dag op de medium care unit. Dit is een bewakingsafdeling van de afdeling Neurochirurgie. 

Als het goed met u gaat, dan mag u weer uit bed. In de volgende dagen worden ook het infuus, de urinekatheter en de wonddrain verwijderd. De daarop volgende dagen staan in het teken van herstel. Dit houdt in dat u weer steeds meer zelf gaat doen.

U blijft dan nog ca 3 tot 5 dagen opgenomen en mag dan als u herstel voorspoedig verloopt weer terug naar huis.

Bijwerkingen & Complicaties

Tijdens de operatie kunnen taal- spraak en senso-motorische functies tijdelijk worden verstoord ten gevolge van de stroomstootjes die worden gegeven op de hersenen. Ook gedurende het verwijderen van de epilepsiebron kan er een (lichte) achteruitgang van functies plaatsvinden. We opereren regelmatig door totdat we net een klein beetje uitval hebben van de functies die we willen sparen, omdat we weten dat dit snel terugkomt. Als u dat merkt is dat dus normaal. De klinische praktijk en wetenschappelijk onderzoek hebben uitgewezen dat patiënten na een wakkere operatie vaak last hebben van tijdelijke cognitieve functiestoornissen. U moet dan denken aan woordvindproblemen, moeite met zinnen vormen.

In de eerste weken/ maanden na de operatie is er vaak sprake van "spontaan" herstel. De klinisch neuropsycholoog zal u gedurende de opname opzoeken en onderzoeken. De verpleegkundig specialist zal in het natraject de voortgang in de gaten houden en kan er eventueel zorgen voor een doorverwijzing naar een logopedist of de klinisch neuropsycholoog.

Na de behandeling uitklapper, klik om te openen

Vlak na de operatie kunt u een tijdelijk verlies hebben van functies. Bijvoorbeeld minder kracht aan één kant van uw lichaam, of u kunt minder goed praten. Dit komt door plaatselijke zwelling van het hersen- weefsel.

Hoe bent u eraan toe na de operatie?

Inactiviteit

Na een slaapkwaboperatie bent u de eerste dagen vaak niet erg actief. Na ongeveer drie dagen gaat al veel beter waardoor u al redelijk vaak uit bed komt en geleidelijk weer actiever wordt.

Pijn

Bij slaapkwaboperaties heeft u na de operatie vaak last van hoofdpijn. Dit komt doordat het harde hersenvlies in het operatiegebied erg gevoelig is. Ook kan u last hebben van het kaakgewrichtje aan de geopereerde zijde en kan u uw mond niet ver open doen. Goede pijnstillers en uitleg/geruststelling helpen. 

De pijn gaat altijd weg, maar dat kan dagen tot hooguit weken duren. 

Taalstoornis

Bij slaapkwaboperaties aan de taaldominante kant kunnen er na de operatie in meer of mindere mate spraak- en begripsproblemen zijn. Deze zijn goeddeels voorbij- gaand van aard, en trekken vaak in de eerste dagen na de operatie snel bij. Na een half jaar is er bij de meeste patiënten niet heel veel meer van te merken en hebben ze er zelf geen last meer van. Bij neuropsychologisch onderzoek kan er wel enige vermindering van het zogenaamde ‘verbale geheugen’ worden vastgesteld, hetgeen kan betekenen dat u informatie die u verteld wordt minder goed kunt onthouden.

Emotionele ontregeling

Indien er bij een slaapkwaboperatie een zogenaamde hippocampectomie is gedaan, is er na de operatie een kans op voorbijgaande emotionele ontregeling. U kan bijvoorbeeld depressief of juist prikkelbaar tot agressief zijn. Hoewel tijdelijk van aard (bij de meeste patiënten zijn deze verschijnselen na een half jaar verdwenen) is goede voorlichting en begeleiding noodzakelijk om dit in goede banen te leiden. Soms kan deze begeleiding na ontslag poliklinisch vorm krijgen, in andere gevallen kan een kortdurende opname in het epilepsiecentrum nodig zijn. 

Gezichtsvelduitval

Een gebruikelijk neveneffect van een slaapkwaboperatie is een beperkte gezichtsvelduitval: in de bovenvelden aan de tegenovergestelde kant van de operatie. Dit komt door het specifieke verloop van de gezichtsbaan in de temporaalkwab. In aansluiting op de operatie kan u soms voorbijgaande visuele illusies hebben in het uitgevallen bovenkwadrant. U heeft van het beperkte gezichtsvelddefect doorgaans geen hinder. Wel zal poliklinisch door de oogarts gecontroleerd moeten worden of het gezichtsvelddefect aanwezig is na de operatie.

Algemene verschijnselen

Plaatselijke zwelling

Er is altijd in meer of mindere mate zwelling van de hoofdhuid in het operatiegebied. Dit kan leiden tot dicht gaan zitten van het ooglid een ‘blauw oog’ aan de geopereerde kant, meestal op de tweede of derde dag na de operatie. Dit is niet verontrustend en verdwijnt in de meeste gevallen weer snel.

Dove huid

Rondom het litteken is er vaak een gevoelloze huid. Dit kan geheel of gedeeltelijk herstellen in weken tot maanden na de operatie. Het fronsen aan de geopereerde kant lukt na een slaapkwaboperatie vaak niet, door tijdelijke uitval van een zenuwtakje. Dit herstelt vaak, maar niet altijd, in verloop van weken tot maanden. Doorgaans heeft men hier vrijwel geen last van.

Epilepsie

Epilepsiechirurgie is, afhankelijk van de aandoening, voor ongeveer 50 tot 80% succesvol wat aanvalsvrijheid betreft. De kans op epileptische aanvallen (direct) na de operatie is heel klein. Door een goed en eventueel aangepast anti-epileptica schema rondom de operatie wordt getracht elk epileptisch fenomeen in deze fase te onderdrukken. Aanvallen na de ingreep verdienen grote aandacht en aanvullende medicamenteuze behandeling. Uw neuroloog/epileptoloog wordt volledig op hoogte gehouden tijdens het gehele traject en houdt u na ontslag uit het UMCU of uit het epilepsiecentrum onder controle. 

Ontslag

Als u goed herstelt, dan mag u in de tweede week na de operatie naar huis of naar één van de epilepsiecentra als dit met u is afgesproken. De verpleegkundig specialist of verpleegkundige regelt dit met u. Uw huisarts en behandelend neuroloog krijgen een brief over uw behandeling en uw gezondheidstoestand op het moment van ontslag uit het ziekenhuis. In de eerste week na ontslag belt de verpleegkundig specialist u op. U kunt dan ook een afspraak maken op de polikliniek. Na zes tot acht weken komt u voor de eerste controle naar de polikliniek bij de neurochirurg.

De anti-epileptica die u gebruikt moet u blijven innemen, in ieder geval de eerste 4 maanden tot 1 jaar na de operatie. Uw neuroloog neemt een besluit over afbouwen of blijven gebruiken van de medicijnen. Stop dus nooit zonder overleg.

Zorgkosten uitklapper, klik om te openen

Meer over zorgkosten

Contact uitklapper, klik om te openen

Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek, hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist. Een neuroloog beoordeelt deze.

Polikliniek Functionele neurochirurgie en epilepsie

088 75 566 06

polifne@umcutrecht.nl

Geopend maandag t/m vrijdag van 8.00 - 17.00 uur.

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet