Voor de behandeling moeten uw slokdarm en maag leeg zijn. Daarom moet u nuchter zijn. Houdt u zich daarom goed aan onderstaand schema. De behandeling kan niet doorgaan als u niet nuchter bent.
Dieetadvies
Vaak vindt de behandeling plaats in een reeks van 3 dilataties in één week (maandag, woensdag en vrijdag). Indien u maar één behandeling moet ondergaan, volg dan alleen de instructies voor de eerste pneumodilatatie.
PNEUMODILATATIE 1: |
|
2 dagen voor de behandeling |
- Dik vloeibaar dieet. Hiermee bedoelen we: pap, vla, yoghurt, kwark en appelmoes.
|
1 dag voor de behandeling |
- Helder vloeibaar dieet: Hiermee bedoelen we: thee, water, appelsap, bouillon.
- Vanaf 22.00 uur mag u niets meer drinken.
|
Eén uur na de pneumodilatatie |
- Dik vloeibaar dieet. Hiermee bedoelen we: pap, vla, yoghurt, kwark en appelmoes.
|
PNEUMODILATATIE 2: |
|
De dag tussen de eerste en tweede pneumodilatatie |
- Helder vloeibaar dieet. Hiermee bedoelen we: thee, water, appelsap, bouillon.
- Vanaf 22.00 uur mag u niets meer drinken
|
Eén uur na de tweede pneumodilatatie |
- Dik vloeibaar dieet. Hiermee bedoelen we: pap, vla, yoghurt, kwark en appelmoes.
|
PNEUMODILATATIE 3: |
|
De dag tussen de tweede en derde pneumodilatatie
|
- Helder vloeibaar dieet. Hiermee bedoelen we: thee, water, appelsap, bouillon.
- Vanaf 22.00 uur mag u niets meer drinken
|
Eén uur na de derde pneumodilatatie |
- U mag weer eten en drinken. Bouw uw eigen dieet weer langzaam op.
|
Medicijnen
Als u medicijnen slikt, mag u die tot 2 uur vóór de behandeling innemen met een slokje water. U kunt het innemen van uw medicijnen wellicht ook uitstellen tot na de behandeling. Overleg dit met uw arts.
Bloedverdunners
Gebruikt u bloedverdunners? In sommige gevallen moet u tijdelijk stoppen met het gebruik van de bloedverdunners vóór de pneumodilatatie. Overleg dit altijd met de arts die de pneumodilatatie heeft aangevraagd.
Diabetesmedicatie
Instructies zijn afhankelijk van uw bloedsuikerverlagende medicijnen. Volg de instructies nauwkeurig op, om te voorkomen dat uw bloedsuiker ontregeld raakt.
- Bij het gebruik van tabletten mag u de dag vóór de behandeling de normale dosering innemen. Op de dag van de behandeling mag u geen bloedsuikerverlagende tabletten innemen.
- Bent u insuline afhankelijk? Pas dan de dosering van uw insuline aan in overleg met de arts.
Na de scopie krijgt u instructies wanneer uw de diabetesmedicatie weer kunt hervatten.
Roesje (sedatie)
Wij willen de behandeling zo aangenaam mogelijk laten verlopen. Daarom krijgt u tijdens de behandeling een pijnstiller en een slaapmiddel toegediend via een infuus. Een roesje is geen narcose. Of u in slaap valt of niet is niet op voorhand te zeggen. Het doel van het roesje is dat u comfortabel bent.
Diepe sedatie (Propofol)®
Het kan zijn dat de arts met u heeft overlegd dat u de scopie ondergaat met diepe sedatie. U krijgt sedatie met het medicijn Propofol® toegediend door een Sedatie Praktijk Specialist (SPS). Propofol® is geen narcose. Het verschil is dat u tijdens de propofol sedatie zelf blijft ademen.
Keelverdoving
Ook kunt u kiezen voor een keelverdoving. Uw keel wordt dan verdoofd met een spray. De spray zorgt ervoor dat u minder hoeft te kokhalzen bij het inbrengen van de gastroscoop.
Voorafgaand aan de behandeling
U meldt zich bij de receptie 4 en neemt plaats in de wachtkamer. Uw begeleider hoeft hierbij nog niet aanwezig te zijn. De verpleegkundige haalt u op uit de wachtkamer, en brengt u naar de voorbereidingsruimte. Hier nemen wij uw gegevens met u door. U geeft aan de verpleegkundige het telefoonnummer van uw begeleider door. U neemt plaats op een bed, uw persoonlijke spullen leggen wij in een kluisje. Omdat u sedatie krijgt tijdens de behandeling, brengen wij in uw rechterarm een infuusnaald in.