ICSI, intracytoplasmatische sperma-injectie
Hebt u een kinderwens en lukt het niet om via de natuurlijke weg zwanger te raken? Via intracytoplasmatische spermatozoön injectie (ICSI) is dit misschien toch mogelijk. De bevruchting vindt buiten uw lichaam, in een laboratorium plaats. Eén zaadcel wordt in iedere eicel gebracht.
ICSI is een vruchtbaarheidsbehandeling, net als IVF. Bij ivf en ICSI worden zaadcellen dichtbij de eicellen gebracht om de kans op bevruchting te vergroten. Bij ivf worden de zaadcellen in het laboratorium bij de eicellen in een kweekschaaltje gelegd. Bij ICSI wordt in iedere eicel één zaadcel naar binnen gebracht.
ICSI is mogelijk voor paren met vruchtbaarheidsproblemen, in het bijzonder als:
- er te weinig zaadcellen zijn om de eicel zelfstandig te bevruchten;
- de bevruchting niet is gelukt tijdens uw ivf-behandeling.
Als alles goed gaat, leidt de behandeling tot een zwangerschap. Dat lukt niet altijd: de kans op het ontstaan van een zwangerschap is ongeveer 25 procent per behandeling.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Hormoonbehandeling
Bij een ICSI-behandeling willen we graag meerdere eicellen laten rijpen. Dit vergroot de kans op een succesvolle bevruchting. Tijdens deze ‘stimulatieperiode’ gebruikt u verschillende hormonen.
- FSH (follikelstimulerend hormoon): een hormoon dat de rijping van de eicellen stimuleert. U injecteert dit hormoon gedurende 6 tot 15 dagen bij uzelf. U start hiermee op de afgesproken dag van uw cyclus.
- Daarnaast gebruikt u een ander hormoon, dat voorkomt dat u op het verkeerde moment een eisprong krijgt. U injecteert dit hormoon bij uzelf gedurende ongeveer 5 dagen (korte schema) óf gedurende drie tot vier weken (lange schema). Uw arts vertelt u welk schema u gaat volgen.
Echo’s
Met een vaginale echo kijken wij hoeveel eiblaasjes er rijpen en hoe groot ze zijn. U komt tijdens de hormoonbehandeling ongeveer drie tot vier keer naar het ziekenhuis voor een echocontrole. De echocontroles vinden plaats op de polikliniek vruchtbaarheid. Als de eiblaasjes groot genoeg, maken we een afspraak met u voor de punctie.
Uitrijpen eicellen
Het laatste gedeelte van de stimulatiefase bestaat uit het uitrijpen van de eicellen. In deze fase wordt u behandeld met Ovitrelle® (HCG). Ongeveer veertig uur na de injectie met dit hormoon is de eisprong. Het moment dat u uzelf deze injectie geeft, luistert nauw en bepaalt mede het succes van de punctie.
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
Rijpe eicellen uit uw lichaam halen
Na de hormoonbehandeling zijn meerdere eicellen gerijpt. Deze rijpe eicellen halen wij uit uw eierstokken via een punctie.
Na de punctie stopt u met alle hormooninjecties. U gaat nu vaginale capsules gebruiken met progesteron, die de innesteling van het embryo bespoedigen.
Zaadproductie
Om eicellen te bevruchten zijn zaadcellen van uw partner nodig. Het sperma mag niet te oud zijn, daarom vragen we uw partner om in het ziekenhuis sperma te produceren. In het UMC Utrecht zijn speciaal hiervoor ingerichte kamers, waar uw partner voldoende rust en privacy heeft.
Bij het inleveren van sperma vragen wij uw partner om een legitimatiebewijs te tonen. Zo kunnen wij de naam controleren met de gegevens. Ook de potjes met sperma worden voorzien van de naam.
In het laboratorium wordt het sperma bewerkt en geschikt gemaakt om bij de eicellen te voegen. Deze bewerking duurt ongeveer een half uur.
De kwaliteit van de zaadcellen kan worden beïnvloed door:
- een te lange onthoudingsperiode (meer dan zeven dagen);
- hoge koorts of griep;
- saunabezoek en hete baden.
Laboratoriumbevruchting
In het laboratorium worden de eicellen bevrucht met de zaadcellen. De beweeglijke zaadcellen worden gescheiden van de onbeweeglijke of afwijkende zaadcellen. Na de bevruchting vinden de eerste celdelingen plaats. Er ontstaan 2-, 4- en 8-cellen. Vervolgens vervagen de omlijningen van de cellen: het embryo wordt compact. Dit ‘compactiestadium’ geeft aan dat de eerste verschillen tussen cellen aan het ontstaan zijn. Wij plaatsen de embryo’s terug tussen het 6-cellige en het compacte stadium. De laboratoriumfase duurt drie tot vier dagen. Onder de microscoop controleren we allereerst of er eicellen bevrucht zijn. Daarna kijken we of er zich een of meer embryo’s ontwikkelen uit de bevruchte eicellen.
Embryoselectie
In het laboratorium zoeken we het meest geschikte embryo uit voor terugplaatsing in de baarmoeder.
Niet alle embryo’s laten een normaal ontwikkelingspatroon zien, bij sommige stagneert hun ontwikkeling.
Twee laboratoriummedewerkers beoordelen de kwaliteit van de embryo’s. Alleen embryo’s die een normale ontwikkeling laten zien, komen in aanmerking voor terugplaatsing. Zijn er goede embryo’s over, dan kunnen we deze invriezen en eventueel later terugplaatsen.
Terugplaatsing van het embryo
Het embryo van de beste kwaliteit plaatsen wij terug in uw baarmoeder. Afhankelijk van uw leeftijd en het aantal ivf-behandelingen dat u hebt ondergaan, worden er soms twee embryo’s teruggeplaatst.
De terugplaatsing is meestal op de derde dag na de punctie. De terugplaatsing is niet pijnlijk. Bij deze behandeling wordt altijd zorgvuldig uw identiteit gecontroleerd, om een persoonsverwisseling te voorkomen. Voordat wij de embryo’s opzuigen, controleren twee medewerkers bovendien de namen op uw dossier en op het embryoschaaltje.
De terugplaatsing is niet pijnlijk. U zit in een gynaecologische stoel. Met een speculum (eendenbek) brengt uw de arts de baarmoedermond in beeld. Ook wordt er door een verpleegkundige een buikecho gemaakt om de terugplaatsing goed te kunnen volgen. Een laboratoriummedewerker zuigt het embryo op in een dun, flexibel slangetje (katheter). De arts schuift de katheter via de baarmoederhals de baarmoeder in. Vaak gaat dit zeer makkelijk, soms vergt het wat meer tijd om de baarmoeder binnen te komen. Vanuit de katheter komt het embryo in de baarmoeder terecht. Om er zeker van te zijn dat het embryo in de baarmoeder zit en niet in de katheter, controleert de laboratoriummedewerker onder de microscoop of de katheter leeg is.
Als er meerdere embryo’s zijn ontstaan, waarvan er één of meerdere ingevroren kunnen worden, dan kan eventueel later zo’n ingevroren embryo bij u teruggeplaatst worden. Dit kan bijvoorbeeld als u niet zwanger bent geworden na de terugplaatsing van een vers embryo. Volg de link voor meer informatie.
> Ingevroren embryo's terugplaatsen
Meer informatie
Uw arts meldt u aan als u in aanmerking komt voor een ICSI-behandeling. Tijdens deze behandeling proberen wij met behulp van hormonen meerdere eicellen te laten rijpen. Met behulp van een punctie halen wij de rijpe eicellen uit uw lichaam. In het laboratorium injecteren wij in iedere rijpe eicel één zaadcel van uw partner. Na een succesvolle bevruchting plaatsen wij het embryo terug in uw baarmoeder. Hierna ontstaat er hopelijk een zwangerschap. Dat lukt niet altijd: de kans op het ontstaan van een zwangerschap is ongeveer 25 procent per behandeling.
Prikinstructie / Injection instructions
Tijdens de icsi-behandeling geeft u zichzelf injecties met hormonen.
Er zijn verschillende instructievideo’s beschikbaar.
During icsi treatment, you give yourself injections of hormones. Instructional videos are available in several languages.
Prikinstructie / Injection instructions
Voorbereidend gesprek met uw behandelend arts
Tijdens dit gesprek komen onder andere de volgende punten aan bod:
- informatie over de behandeling;
- het tijdstip waarop u start met de behandeling;
- het behandelschema;
- medicijnen en recepten;
- aanvullend bloedonderzoek;
- behandelovereenkomsten;
- opdracht tot ICSI;
- hoeveel embryo’s teruggeplaatst worden;
- het eventueel invriezen van overgebleven embryo’s.
Voorlichtingsavond
Het UMC Utrecht organiseert voorlichtingsavonden over vruchtbaarheidsbehandelingen.
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
Periode van afwachten
Na de terugplaatsing van het embryo rest er niets anders dan afwachten of de behandeling geslaagd is of niet. Veel mensen ervaren deze periode van afwachten als spannend.
Bent u zwanger?
Als de menstruatie uitblijft, mag u 18 dagen na de punctie een zwangerschapstest doen. Voor die tijd heeft een zwangerschapstest geen zin. Als u zwanger bent, maken wij u een afspraak met u voor de eerste zwangerschapsecho. Deze afspraak wordt gemaakt rond de negende week van de zwangerschap.
Niet zwanger?
Als de behandeling niet gelukt is, begint 10 tot 14 dagen na de punctie uw menstruatie. Geeft u ook deze uitslag alstublieft door aan ons.
Na een mislukte ICSI-behandeling maakt u een afspraak op receptie 27 voor een nagesprek met één van onze artsen. Daar bespreken wij het verloop van uw behandeling en maken we eventueel afspraken voor een vervolgbehandeling.
Bewegen: geen probleem
U kunt na de terugplaatsing normaal bewegen. Het embryo zit als het ware tussen de slijmvliezen van de baarmoeder ‘geplakt’ en kan er niet zomaar uitvallen. U hoeft niet bang te zijn dat u het embryo kwijtraakt.
Niet roken
Het is niet verstandig voor of na de terugplaatsing te roken. Roken vermindert de kans op een zwangerschap. Het beste is te stoppen vóór u een behandeling begint. Is dat nog niet gelukt, dan is het zeker de moeite waard om alsnog te stoppen.
Een mislukte ICSI-behandeling: oorzaken
Een ICSI-behandeling is niet altijd succesvol. Per behandeling is de kans op een zwangerschap ongeveer 25 procent. De belangrijkste oorzaken van een mislukte behandeling zijn:
- Wel een geslaagde terugplaatsing van een embryo of embryo’s maar niet zwanger;
- Geen bevruchting van eicellen;
- Geen embryo’s;
- Infectie van gekweekte embryo’s.
Wel een geslaagde terugplaatsing maar niet zwanger
Dit is de meest voor komende oorzaak van het uitblijven van een zwangerschap na ICSI. De redenen hiervoor zijn niet bekend.
Geen bevruchting van eicellen
Bij ongeveer 5 procent van de paren is na deICSI-behandeling geen enkele eicel bevrucht. Dit is meestal onverwacht omdat er van tevoren geen aanwijzingen waren op het uitblijven van een bevruchting.
Een verklaring is lang niet altijd te vinden. De zaadcellen zijn beweeglijk genoeg en de eicellen leken rijp voor bevruchting. Het uitblijven van de bevruchting is een grote teleurstelling, maar kan ook een verklaring zijn voor het uitblijven van de zwangerschap. Uw arts kan u meer vertellen over de behandeling en bespreekt andere behandelmogelijkheden met u.
Geen embryo's
Bij ongeveer 3 procent van de paren worden er wel eicellen bevrucht, maar ontstaan er na bevruchting geen embryo’s die geschikt zijn voor terugplaatsing. Een duidelijke oorzaak kunnen wij meestal niet geven. Het kan aan de kwaliteit van zowel de eicel als ook de zaadcel liggen. Bespreekt u de uitkomst van de behandeling met uw arts. Uw arts vertelt u meer over uw behandeling en bespreekt verdere behandelmogelijkheden met u.
Complicaties
Bij ICSI kunnen bijwerkingen en complicaties optreden. Volg de link voor meer informatie
Wachttijden uitklapper, klik om te openen
Lees meer over wachttijdenMeer weten uitklapper, klik om te openen
Voor uitgebreide informatie over deze behandeling kunt u de patiëntfolder doornemen.
In het geval dat u of uw kind deze behandeling ondergaat, kunt u onder ‘Afspraken’ in het patiëntportaal Mijn UMC Utrecht praktische informatie over de afspraak vinden.
Wat hoort er bij deze behandeling
Zorgkosten
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Wilt u een afspraak maken of hebt u vragen? Neem dan contact op met de polikliniek voortplantingsgeneeskunde.
Polikliniek Voortplantingsgeneeskunde
Het maken van afspraken kan op werkdagen van 08.00 - 16.00 uur.
Spoedgevallen
Telefoonnummer 088 75 555 55
Overdag vragen naar sein 71608 (verpleegkundige IVF-behandelcentrum).
’s Avonds en ’s nachts vragen naar de dienstdoende arts van de gynaecologie.
E-consult
Bent u al patiënt in het UMC Utrecht en wilt u een medisch inhoudelijke vraag stellen? Log dan met uw DigiD in bij het patiëntportaal om een e-consult aan te vragen met één van onze artsen/uw behandelend arts. Via een e-consult kunt u direct een vraag stellen aan uw zorgverlener, zonder dat u daarvoor hoeft te bellen of naar het UMC Utrecht hoeft te komen. U krijgt binnen 3 werkdagen antwoord op uw vraag.
Verpleegkundig spreekuur
T: 088 75 564 53
Werkdagen 8.15 – 10.00 uur en 14.30 – 16.00 uur
Vaste contactpersoon voortplantingsgeneeskunde
We begrijpen goed dat een behandeltraject voor u een emotioneel uitdagend traject kan zijn en begeleiden u hier graag zo prettig mogelijk bij. Bij aanvang van uw behandeling bieden wij u een vaste contactpersoon aan. De vaste contactpersoon is een verpleegkundige werkzaam op de afdeling voortplantingsgeneeskunde van het UMC Utrecht die u eenvoudig kunt bereiken. Aan het begin van het traject neemt de verpleegkundige contact met u op voor meer informatie. Heeft u tijdens het behandeltraject vragen, twijfels of zorgen, die u niet kunt delen tijdens een telefonisch spreekuur. dan kunt u terecht bij uw vaste contactpersoon.