Terug

Hemodialyse

Patiëntfolder

Als door nierfalen uw nierfunctie is afgenomen tot minder dan 15% zijn er twee mogelijkheden voor nierfunctie-vervangende behandeling: niertransplantatie of dialysebehandeling. In het UMC Utrecht bieden wij beide vormen van dialysebehandeling aan: hemodialyse en peritoneale dialyse (buikdialyse). Deze folder bevat algemene informatie over de behandeling met hemodialyse.

Bij hemodialyse (vaak afgekort als HD) filtert een kunstnier in een dialysemachine het bloed. Het doel van de behandeling met HD is het optimaliseren van de vochthuishouding, het bloedgehalte (Hb), het ijzergehalte, de botstofwisseling en de zuurgraad van het bloed. Indien van toepassing, bereiden we u voor op een niertransplantatie. 

U komt naar het UMC Utrecht voor de behandeling met HD. Soms is het mogelijk om behandeling met HD uiteindelijk thuis te gaan doen, met professionele hulp of volledig zelfstandig.

Voorbereiding uitklapper, klik om te openen

Van de dialyseverpleegkundige ontvangt u de dagen en tijden waarop uw behandeling is ingepland. We verwachten u een kwartier voorafgaand aan de aansluittijd op de dialyseafdeling. 

Het is belangrijk om uw vervoer te regelen. Zelf autorijden na de behandeling met HD wordt afgeraden. Het is mogelijk dat u na de behandeling een lage bloeddruk hebt. U kunt dan onwel worden tijdens het rijden. Meer over het regelen van vervoer leest u verderop onder ‘Na de behandeling’.

Als u, na aankomst in het UMC Utrecht, begeleiding nodig heeft om naar de dialyseafdeling te komen, dan kunt u dat melden bij de medewerker aan de informatiebalie bij de hoofdingang. U wordt opgehaald door een medewerker patiëntenvervoer. 

Als u het UMC Utrecht binnenkomt via de hoofdingang op niveau 1, volt u route C tot het liftplein. U neemt de lift naar de derde verdieping. Ga uit de lift direct rechtsaf en daarna links de gang in. De eerste schuifdeur links is de deur naar de wachtruimte van de dialyseafdeling.

Komt u voor uw eerste behandeling met HD naar het ziekenhuis? Neemt u dan mee:

  • Medicijnen die u gebruikt. Neem altijd uw voorgeschreven fosfaatbinders mee, zodat u deze kunt innemen bij het eten.
  • Telefoonnummer van uw contactpersoon.
  • Telefoonnummer van een taxi of van de persoon die u komt ophalen.
  • Legitimatiebewijs.
  • Verzekeringspasje.

U mag ook iemand meenemen naar de behandeling.

Bij aankomst op de dialyseafdeling neemt u eerst plaats in de wachtruimte, we verzoeken u om daar te wachten totdat u wordt opgehaald. We streven ernaar om dat een kwartier voorafgaand aan de aansluittijd te doen, zodat u op de afgesproken tijd kunt starten met de behandeling. De dialyseverpleegkundige heeft voorbereidingstijd nodig voor uw behandeling.
Op het planbord ziet u bij welke dialyseverpleegkundige en in welke behandelruimte u bent ingepland. Wij beschikken over verschillende behandelruimtes: een eenpersoonskamer, tweepersoonskamer, vierpersoonskamer en een behandelzaal. Bij de indeling houden wij onder meer rekening met de zorg die iedere patiënt nodig heeft; bijvoorbeeld een eenpersoonskamer als een patiënt isolatiemaatregelen nodig heeft.

Bij de eerste behandeling met HD, zal de dialyseverpleegkundige u toestemming vragen om bloed af te nemen. Uw bloed wordt getest op de aanwezigheid van de ziekten hepatitis B, hepatitis C en HIV. Deze ziekten kunnen via bloedcontact worden overgedragen. Door uw bloed te testen, kunnen we extra beschermingsmaatregelen voor patiënten en het personeel nemen, als dat nodig is. Deze test wordt halfjaarlijks herhaald. U hebt het recht om deze bloedtest te weigeren. Geef dit duidelijk aan bij de dialyseverpleegkundige.

Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen

De dialyseverpleegkundige begint met het controleren van uw temperatuur en meten van uw gewicht. Dit is nodig voor de behandeling met HD. 

Generieke content afbeelding

U neemt plaats op een speciale dialysestoel. De dialyseverpleegkundige sluit de dialysemachine aan op een toegang tot uw bloedbaan. Voor deze vaattoegang wordt meestal vooraf met een operatie een zogenoemde shunt gemaakt in uw arm. Verderop leest u meer over de vaattoegang. De dialyseverpleegkundige prikt de shunt aan met twee naalden. Dat is nodig om het bloed naar de dialysemachine en weer terug te laten lopen. 

Tegen de pijn en eventuele prikangst rondom het aanprikken van de shunt kunt u gebruik maken van verdovingszalf of een Buzzy®. De verdovingszalf bevat lidocaïne, dat uw huid verdooft. De Buzzy® is een niet-medicamenteus hulpmiddel dat vibreert en de huid koelt, wat zorgt voor afleiding en een bewezen pijnstillend effect. 

Vervolgens stroomt het bloed via twee slangetjes meerdere keren door de dialysemachine en weer terug naar uw lichaam. In de dialysemachine wordt het bloed gefilterd door een kunstnier. De afvalstoffen, overtollige zouten, zuren en water blijven achter in de spoelvloeistof. De bloeddruk kan tijdelijk dalen doordat in korte tijd veel vocht en zouten uit uw lichaam gaan. U merkt dat aan gapen, sufheid, zweten of een licht gevoel in het hoofd. U kunt ook misselijk worden en overgeven. Daarom bewaakt de dialyseverpleegkundige u continu tijdens de behandeling en past de behandeling aan, als dat nodig is. Ook voert de dialyseverpleegkundige diverse verpleegtechnische handelingen uit, zoals verzorging en controles van de vaattoegang. De dialysemachines is ingesteld om automatische controles te doen en geeft diverse hoorbare en zichtbare alarmen waarop de dialyseverpleegkundige zal reageren. 

Aan het einde van de behandeling sluit de dialyseverpleegkundige de dialysemachine af en verwijdert de naalden. De openingen worden ongeveer 10 minuten afgedrukt met een schoon gaasje. Dan stopt het bloeden. 

Direct na het aansluiten van de dialysemachine biedt de dialyseverpleegkundige u iets te drinken en iets kleins te eten aan. Na afloop van de behandeling kunt u gebruik maken van een lunch (broodmaaltijd) of een avondmaaltijd. Voor een medisch stabiel verloop van de behandeling is het belangrijk dat u verder niet eet of drinkt tijdens de behandeling met HD.

Gemiddeld komt u driemaal per week naar het UMC Utrecht voor een behandeling met HD van vier uur per keer.

Vaattoegang

Meestal legt de vaatchirurg met een operatie een shunt aan voor de vaattoegang. Soms is dat niet mogelijk, zoals bij acute behandeling met HD, dan plaatst de nefroloog met ondersteuning van de dialyseverpleegkundige een centraal veneuze katheter bij u.

De shunt
Een shunt is een ader die via een operatie is verbonden met een slagader. Daardoor stroomt er veel meer bloed doorheen en zwelt de ader op. De gezwollen ader ligt net onder de huid. Dat maakt het makkelijker om deze bij elke dialyse aan te prikken.

De shunt kan op verschillende plekken komen:

  • In de onderarm, deze wordt het vaakst gebruikt.
  • In de bovenarm, bijvoorbeeld als de vaten in de onderarm te dun zijn.
Generieke content afbeelding

Shunt met eigen bloedvaten

De shunt is na zes weken of langer rijpen geschikt om aangeprikt te worden voor de behandeling met HD. De benodigde tijd voor het rijpen van de shunt verschilt per persoon.

Echo-onderzoek
Na het aanleggen van de shunt krijgt u meestal een echo-onderzoek (ook duplexonderzoek genoemd). Geluidsgolven brengen de shunt in beeld, ook meet de echo hoe snel het bloed stroomt in de echo. Daarmee controleren we of de shunt goed werkt.

Verzorging en controle van de shunt
Met deze adviezen houdt u de shunt in een goede conditie:

  • Zorg voor goede lichaamshygiëne.
  • Krab geen wondjes open aan de shuntarm. Let op dat u de huid van de shuntarm niet beschadigt, bijvoorbeeld als u tuiniert of met een huisdier speelt.
  • Gebruik de shuntarm niet voor bloedprikken, bloeddrukmetingen of een infuus. Wijs zorgverleners buiten de dialyseafdeling hierop.
  • Draag geen horloge, armband of knellende kleding over de shunt.
  • Til geen zware tassen of andere zware spullen met uw shuntarm.
  • Vermijd extreme warmte en kou.

Er zijn verschillen tussen patiënten. Daarom krijgt u mogelijk ook nog andere adviezen.

Controleer de shunt tweemaal per dag:

  • Luister naar de shunt: breng uw arm naar uw oor en luister of de shunt nog pulseert (klopt).
  • Voel aan de shunt of deze nog pulseert.

Merkt u dat de shunt niet meer pulseert? Neem dan direct contact op met de dialyse-afdeling.  Wacht niet tot de volgende dialysebehandeling.

Mogelijke problemen met de shunt
De shunt is kwetsbaar. Er kunnen verschillende problemen ontstaan. Mensen met een shunt hebben gemiddeld tweemaal per jaar een operatie voor hun vaattoegang nodig. Daarom is goede verzorging en controle belangrijk. De meest voorkomende problemen zijn:

  • Nabloedingen. Het komt voor dat er na het afdrukken nog bloed lekt uit de openingen. Dat heet een nabloeding. Bij een nabloeding is het belangrijk om de openingen opnieuw af te drukken. Een nabloeding kan ook ontstaan als u het ziekenhuis al heeft verlaten. Daarom is het belangrijk dat u dit zelf kunt.
  • Blauwe plekken. Bij het aanprikken van de shunt beschadigt soms de wand van de shunt. Dan kan er bloed onder de huid lekken. Daardoor ontstaat een zwelling, en daarna soms ook een blauwe plek. De zwelling kan verminderen door de huid te koelen, bijvoorbeeld met een koude doek. Vaak ontstaat toch een forse blauwe plek. Zo’n onderhuidse bloeding kan pijn doen. De pijn neemt in de loop van een paar dagen af. Een forse blauwe plek kan bij de volgende behandeling het aanprikken moeilijker maken.
  • De shunt kan de bloedtoevoer naar de hand verminderen. Daardoor kan de hand aan de shuntarm kouder zijn dan de andere hand. Dat komt vaak voor. Een koude hand is onschuldig, maar het is wel belangrijk dat u dit aan de dialyseverpleegkundige vertelt. De dialyseverpleegkundige informeert de behandelend nefroloog. Want soms wordt het erger en ontstaat handischemie. Er komt dan te weinig zuurstof in de hand. De hand wordt dan koud en bleek en doet soms ook pijn. Misschien hebt u een aanpassing aan de shunt of een shunt op een andere plek nodig.

Voor meer informatie over de shunt verwijzen wij u naar de folder ‘Toegang tot de bloedbaan’.

De centraal veneuze katheter voor dialyse
Als u nog geen shunt heeft of uw shunt is nog niet te gebruiken, dan plaatst de internist-nefroloog met ondersteuning van de dialyseverpleegkundige een centraal veneuze katheter voor dialyse (vaak afgekort als CVK) bij u. De CVK is een kunststof slangetje dat in uw bloedvat zit, meestal in de hals of lies.

Generieke content afbeelding

Getunnelde centraal veneuze katheter in de hals

Verzorging van de CVK
Met deze adviezen houdt u de CVK in een goede conditie:

  • Zorg voor goede lichaamshygiëne.
  • De pleister mag pas vlak voorafgaand aan de behandeling met HD worden verwijderd.
  • Douchen of baden is alleen mogelijk met een speciale pleister. U krijgt hiervoor een recept. Beperk het douchen en baden tot de behandeldagen. Douche of baad voorafgaand aan de behandeling met HD, omdat de dialyseverpleegkundige dan de CK verzorgd.
  • U mag niet zwemmen met een CVK.

Mogelijke problemen met de CVK
Met een CVK heeft u meer kans op problemen (complicaties) dan met een shunt. Daarom zijn de hygiënevoorschriften iets strenger. De meest voorkomende problemen zijn:

  • Verstopping van de CVK door een stolsel of ontsteking van de uitgang door de huid. De dialyseverpleegkundige vult de CVK met een speciale vloeistof op om stolling en infecties te voorkomen. Om een infectie zoveel mogelijk te voorkomen, brengt de dialyseverpleegkundige daarnaast tijdens de verzorging zalf aan rondom de insteekopening van de CVK. U brengt zelf eenmaal per dag zalf in uw neus aan om te voorkomen dat eventueel aanwezige bacteriën zich verspreiden. U krijgt hiervoor een recept Bactroban® neuszalf. Deze zalf bevat een antibiotica en voorkomt daardoor infecties. Gebruik de neuszalf eenmaal per dag als volgt:
    • Breng de zalf met een wattenstaafje vooraan (dus niet te diep) in beide neusgaten aan.
    • Knijp de neusvleugels dicht en masseer zodat de zalf wordt verspreid.
  • Nabloedingen. Het komt voor dat bloed lekt uit de prikplaats van de CVK of de hechtgaatjes. Druk de huid dicht met een schoon gaasje en neem contact op met de dialyseafdeling.
  • Los raken van de hechting of geheel uit het bloedvat vallen van de katheter. Druk de huid dicht met een schoon gaasje en neem contact op met de dialyseafdeling.
  • Irritatie of pijn van de prikplaats of koorts. Meet uw temperatuur en neem bij koorts contact op met de dialyseafdeling.

Voor meer informatie over de centraal veneuze katheter voor dialyse verwijzen wij u naar de folder ‘Toegang tot de bloedbaan’.

Hemodialfiltratie
Een vorm van HD is hemodiafiltratie (vaak afgekort als HDF). De behandeling duurt even lang en u bent hierbij ook verbonden aan een dialysemachine. HDF werkt anders dan gewone HD. De dialysemachine zorgt voor een groot drukverschil tussen het bloed en de spoelvloeistof. Bij HDF is de druk in de spoelvloeistof veel lager dan de druk in het aangevoerde bloed. Daardoor bewegen water, afvalstoffen en andere overtollige stoffen veel sneller door het filter, naar de spoelvloeistof. De hoeveelheid water die u te veel verliest, wordt aangevuld met schone dialysevloeistof. Bij gewone HD is er ook een drukverschil tussen het bloed en de spoelvloeistof, maar dit verschil is klein. De afvalstoffen verlaten het bloed vooral door diffusie.

Behandelteam
Op de dialyseafdeling werken dialyseverpleegkundigen, internist-nefrologen (vaak afgekort als nefroloog), physician assistants (vaak afgekort als PA), diëtisten, medisch maatschappelijk werkers en ondersteunende collega's, zoals afdelingsassistenten, afdelingssecretaresses en het unithoofd.

Dialyseverpleegkundige
De dialyseverpleegkundige voert de behandeling met HD bij u uit. U krijgt ook een eerstverantwoordelijke verpleegkundigen (vaak afgekort als EVV) toegewezen voor de coördinatie van uw dialysebehandeling. Wie uw EVV is, wisselt ongeveer ieder half jaar. De EVV zorgt voor:

  • Tweemaandelijks verpleegplan maken, met u evalueren en aanpassen, als dat nodig is.
  • Halfjaarlijkse anamnese (vraaggesprek) over uw thuissituatie, voedingspatroon en eventuele bijzonderheden rondom de dialysebehandeling.
  • Uw behandeling afstemmen met alle betrokken disciplines.

Uw EVV is uw eerste contactpersoon voor vragen en opmerkingen rondom de dialysebehandeling.

Medisch specialist
Dr. A.C. Abrahams, internist-nefroloog en dr. S.C.A. Meijvis, internist-nefroloog zijn maandelijks wisselend uw hoofbehandelaar en eindverantwoordelijk voor uw behandeling. Indien u voorafgaand aan de start van de dialysebehandeling poliklinisch onder behandeling was van één van de internist-nefrologen van de afdeling Nefrologie en Hypertensie in het UMC Utrecht, dan nemen dr. Abrahams en dr. Meijvis dit over zodra u start met de dialysebehandeling. Indien beiden niet beschikbaar zijn, neemt één van de internist-nefrologen van de afdeling Nefrologie en Hypertensie hen tijdelijk waar.

Een nefroloog in opleiding (vaak afgekort als NIO) of PA  functioneert als zaalarts en voert de dagelijkse medische zorg uit. Een NIO is een arts die zich in de laatste fase van de zesjarige opleiding tot internist bevindt en die zich specialiseert in nierfalen. De NIO loopt ongeveer zes maanden stage op onze dialyseafdeling. Een PA is een medisch zorgprofessional die specifiek is opgeleid om zelfstandig en op structurele wijze medische taken over te nemen van de nefroloog. De zaalarts loopt meestal wekelijks visite bij u samen met de dialyseverpleegkundige. De hoofdbehandelaar superviseert de werkzaamheden van de NIO en PA. Minimaal één keer per maand loopt de hoofdbehandelaar mee met de visite. Medische vragen voor de zaalarts kunt u laten weten aan de dialyseverpleegkundige.

Diëtist
Diëtisten gespecialiseerd in nierfalen, zijn verbonden aan onze dialyseafdeling. De diëtist komt regelmatig op de afdeling en zorgt voor:

  • Consult tijdens de behandeling met HD.
  • Persoonlijk dieet met: doel van het dieet, dieetadvies aangepast aan uw eetgewoonten en omstandigheden, vervolg en duur van de behandeling.
  • Begeleiding en ondersteuning bij de uitvoering van uw dieetadvies. De diëtist kan ook vragen over uw dieet van uw partner/gezin beantwoorden.

Bij vragen of bijzonderheden kunt u contact opnemen met de diëtist via de afdeling Diëtiek, telefoonnummer 088 75 566 09.

Medisch maatschappelijk werker
Medisch maatschappelijk werkers gespecialiseerd in nierfalen, zijn verbonden aan onze dialyseafdeling. De maatschappelijk werker komt regelmatig op de afdeling en zorgt voor:

  • Eerste gesprek tijdens de behandeling met HD.
  • Bespreekt met u welke gevolgen de behandeling heeft voor uw dagelijks leven, uw persoonlijke omgeving en uw werksituatie.
  • Kan u begeleiden/ondersteunen bij het omgaan met de behandeling en de gevolgen daarvan, onder meer de onzekerheid en de afhankelijkheid van zorg. De maatschappelijk werker kan ook uw partner/ gezin begeleiden/ondersteunen.
  • Kan u helpen met praktische zaken rondom de behandeling, onder meer vervoer, vakantiemogelijkheden, wonen, opleiding/werk.

Ondersteunende medewerkers
Daarnaast zijn er verschillende ondersteunende medewerkers op de dialyseafdeling, zoals afdelingsassistenten, afdelingssecretaresses en het unithoofd.

Multidisciplinair overleg
Tijdens een multidisciplinair overleg (vaak afgekort als MDO) stemmen de verschillende betrokken zorgprofessionals uw behandeling af. De EVV bereidt deze bespreking met u voor. Aan het MDO nemen deel: dialyseverpleegkundige, zaalarts, nefroloog/hoofdbehandelaar, diëtist en medisch maatschappelijk werker. Het MDO vindt jaarlijks plaats en vaker, als dat nodig is.

Na de behandeling uitklapper, klik om te openen

Naar huis

Aan het einde van de behandeling sluit de dialyseverpleegkundige de dialysemachine af en verwijdert de naalden. Na het afdrukken van de aanprikopeningen mag u weer naar huis. 

Vervoer

Voor het vervoer naar en van het ziekenhuis kunt u gebruikmaken van een taxi. Dit wordt ‘zittend ziekenvervoer’ genoemd. Ook mag u met het openbaar vervoer reizen of eigen vervoer regelen. U kunt bijvoorbeeld een naaste vragen om u te brengen en te halen. De kosten worden vergoed vanuit het basispakket van de zorgverzekering. Kiest u voor taxivervoer? De zorgverzekeraar geeft aan welk taxibedrijf u hiervoor mag benaderen. Met dat bedrijf heeft de verzekeraar een contract. Soms is het mogelijk om zelf een taxibedrijf te kiezen. Dat hangt af van je polis. Met het taxibedrijf spreekt u af op welke dagen en tijden u gehaald en gebracht wordt. Krijgt u een ander dialyseschema? Geef dat tijdig door aan het taxibedrijf. 

Bij het afspreken van de tijden is het belangrijk om rekening te houden met de behandeltijden; meestal vier uur per keer. De verpleegkundige zal u, na het aansluiten, informeren over de geplande afsluittijd. Houdt u dan nog rekening met de tijd die nodig is voor het afsluiten van de machine, het afdrukken van de aanprikopeningen, eventuele tijd om te eten en tijd voor het vervoer naar de uitgang van het ziekenhuis.

Controles en uitslagen

De zaalarts beoordeelt uw bloeduitslagen, spreekt aanvullend onderzoek (zoals röntgenfoto’s en echo’s) met u af en schrijft medicatierecepten. De uitslagen zijn ook terug te lezen via Mijn UMC Utrecht.

Behandeleffect

Bij behandeling met HD wordt maximaal 15% van de zuiverende werking van gezonde nieren bereikt. Daarom bent u gebonden aan strikte leefregels en is het belangrijk dat de behandeling met HD altijd door gaat, ook tijdens feestdagen en vakanties.

Mogelijke bijwerkingen en complicaties

Sommige mensen voelen zich vlak na de behandeling juist zieker dan ervoor. Dat wordt ook wel een dialysekater genoemd. Dat komt doordat de samenstelling van het bloed erg verandert tijdens de behandeling met HD en doordat de bloeddruk omlaag gaat.
Om de kans op een dialysekater kleiner te maken, is het belangrijk om u zo goed mogelijk te houden aan de vochtbeperking. Dan hoeft er minder vocht te worden verwijderd.

Neemt u bij medische problemen die met de dialyse te maken hebben, contact op met de dialyseafdeling: 

  • Problemen met de vaattoegang (de shunt of de katheter).
  • Problemen met de bloeddruk. 
  • Problemen met de vochthuishouding. 
  • Kortademigheidsklachten. 

Hebt u vragen of maakt u zich zorgen?

Hebt u vragen of opmerkingen? Wij helpen u graag verder. Tijdens de behandeling met HD kunt u uw vragen of opmerkingen laten weten aan de dialyseverpleegkundige. 

U kunt uw vraag ook stellen via het e-consult in het patiëntportaal. Log in via www.umcutrecht.nl/inlog

Of u kunt telefonisch contact opnemen via 088 75 573 72. Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 7.30 tot 21.00 uur, op zaterdag van 7.30 tot 16.00 uur en op zondag van 13.00 tot 21.00 uur.

Bij een levensbedreigende situatie of als u twijfelt, bel het alarmnummer 112. Bij spoed buiten onze openingstijden, bel het spoednummer van de huisarts. De huisarts neemt contact met de dienstdoende nefroloog op, als dat nodig is.

Leven met uitklapper, klik om te openen

Door het nierfalen heeft u meer kans op hart- en vaatziekten. Bovendien is de behandeling met HD een fysiek zware behandeling. Daardoor is het belangrijk dat u zich aan de strikte leefregels houdt. Met een gezonde leefstijl beschermt u bovendien de eventueel resterende nierfunctie en voelt u zich fitter.

Leefregels

Behandeling met HD
Allereerst is het belangrijk dat de behandeling met HD altijd door gaat, ook tijdens feestdagen en vakanties. Mocht u toch verhinderd zijn, neemt u dan direct contact op met de dialyseafdeling. 

Gezond eten
Als u wordt behandeld met HD krijgt u een persoonlijk dieet. Gezond eten is belangrijk om niet te veel zout of verzadigd vet binnen te krijgen en waarschijnlijk krijgt u een vochtbeperking. Dat is essentieel voor de behandeling met HD en goed voor de eventueel resterende nierfunctie, en ook voor hart en bloedvaten. Gezonde voeding bevat alle voedingsstoffen die u nodig hebt. Daardoor blijft u in een zo goed mogelijke conditie.

Voldoende bewegen
Bewegen heeft veel positieve effecten. Het vermindert onder meer het risico op hart- en vaatziekten. Het helpt tegen overgewicht en brengt uw bloeddruk omlaag; dat is belangrijk bij nierfalen. Ook hebt u minder risico op diabetes, botontkalking en trombose.

Een gezond gewicht krijgen en houden
Een gezond gewicht is goed voor de eventueel resterende nierfunctie, en hart en bloedvaten. Probeer af te vallen als u te zwaar bent. U hebt dan minder risico op hoge bloeddruk, hoog cholesterol en diabetes.

Niet roken
Stop met roken als u nog rookt. U hebt dan meer kans op behoud van de eventueel resterende nierfunctie en minder kans op hart- en vaatziekten.

Voldoende slapen
Voldoende slaap is belangrijk voor herstel van lichaam en geest, en helpt om fit te blijven.

Stress verminderen
Stress is slecht voor hart en bloedvaten, en kan de bloeddruk verhogen. Stress maakt het bovendien moeilijker om gezond te leven. Daarom is het belangrijk om stress te herkennen en voldoende te ontspannen.

Meer weten

Er zijn verschillende websites met betrouwbare informatie over nierfalen. Wij raden u de volgende websites aan:

Universitair medisch centrum

De dialyseafdeling is onderdeel van een universitair medisch centrum (vaak afgekort als umc). Dit betekent dat de afdeling meerdere taken heeft:

  • In de eerste plaats is dit de zorg voor de patiënt.
  • Daarnaast heeft de afdeling een opleidingsfunctie, daardoor komt u waarschijnlijk ook in contact met zorgprofessionals in opleiding. Onder meer dialyseverpleegkundigen in opleiding, afgestudeerde artsen (arts-assistenten) die worden opgeleid tot medisch specialist en medisch studenten (coassistenten) die worden opgeleid tot arts.
  • Verder doet de afdeling wetenschappelijk onderzoek. Mogelijk vraagt uw behandelaar u om deel te nemen aan wetenschappelijk onderzoek.

Als UMC Utrecht behandelen wij patiënten met ernstige pathologie en/of co-morbiditeit. Zodra uw behandeling meer medisch stabiel verloopt, zullen wij u overplaatsen naar een ander ziekenhuis of dialysecentrum. Zo’n overplaatsing gebeurt alleen als dat medisch verantwoord is, in opdracht van de internist-nefroloog.

Wetenschappelijk onderzoek

Het doel van wetenschappelijk onderzoek in het UMC Utrecht is om de medische kennis te vergoten en daarmee de behandeling van patiënten te verbeteren. Soms kunt u deelnemen aan een wetenschappelijk onderzoek. Uw behandelaar zal u vooraf uitvoerig informeren. U beslist zelf of u aan het onderzoek wilt deelnemen. Als u niet wilt deelnemen, heeft dat geen gevolgen voor uw verdere behandeling.

Zorgkosten uitklapper, klik om te openen

Meer over zorgkosten

Contact uitklapper, klik om te openen

Dialyseafdeling

088 75 573 72 voor hemodialyse, 088 75 534 35 voor peritoneale dialyse

Maandag tot en met vrijdag van 7.30 tot 21.00 uur, op zaterdag van 7.30 tot 16.00 uur en op zondag van 13.00 tot 21.00 uur.

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet