| Hart en vaten

Primeur voor hartpatiënt Gijs Donker

Wie denkt aan radiotherapie, ook wel bestraling genoemd, legt meteen een verband met kanker. Maar de techniek kan ook worden ingezet tegen andere aandoeningen. Gijs Donker weet er inmiddels alles van. Hij kampt sinds 2010 met een hartritmestoornis. Vorig jaar oordeelden artsen in het UMC Utrecht dat hij in aanmerking kwam voor een primeur: de eerste patiënt met een hartritmestoornis die radiotherapie zou ondergaan in ons ziekenhuis. Negen maanden later overheerst tevredenheid. De 84-jarige wandelt en fietst weer en zijn ICD, een apparaatje dat ingrijpt bij gevaarlijke hartritmestoornissen, wordt aanzienlijk minder vaak geactiveerd dan vóór de behandeling.

“Vanochtend vroeg mijn vrouw lachend of het zo langzamerhand niet tijd werd om te stoppen met werken in de tuin. Ik was al een paar uur bezig.” Dat zegt Gijs Donker. De inwoner van Zaltbommel voelt zich beter en is veel actiever sinds hij in het UMC Utrecht radiotherapie heeft gekregen vanwege zijn hartritmestoornis.

Onregelmatige hartslag

Zo’n stoornis betekent dat de hartslag onregelmatig, te snel of juist te langzaam is. Wie dit heeft, voelt zich vaak vermoeid, is kortademig en loopt vanwege een lage bloeddruk een hoger risico soms het bewustzijn te verliezen. Als de stoornis niet wordt behandeld, kan het probleem verergeren en ontstaat op den duur ernstigere problematiek: hartfalen of overlijden.

Medicatie en ablatie

“Samen met meneer Donker hebben we bij hem besloten tot radiotherapie, omdat de gebruikelijke behandelmogelijkheden niet effectief bleken”, vertelt cardioloog-elektrofysioloog Rutger Hassink. “Medicatie is de eerste behandelkeus bij een hartritmestoornis. Soms werkt dit niet, bijvoorbeeld omdat het lichaam resistent wordt tegen de middelen. Het kan ook gebeuren dat de bijwerkingen te nadelig zijn. Dan nemen we de tweede behandeloptie in overweging: ablatie.”

Te ver weg

Rutger vervolgt: “Ablatie is een ingreep waarbij we via de lies katheters in het lichaam brengen en die naar het hart leiden. Met een elektrode branden we daarna het stukje hartweefsel weg dat de stoornis veroorzaakt. Dit actieve gebied veranderen we in een litteken. Dan kunnen geen ritmestoornissen meer optreden vanuit dit gebiedje. Maar soms kunnen we het betreffende stukje hartweefsel niet bereiken met een katheter, bijvoorbeeld omdat de ritmestoornis afkomstig is van een plekje midden in de hartspier. Die spier is op sommige plekken een centimeter of méér dik; als de bron van de stoornis daar diep in zit, is het te ver weg om te kunnen worden weggebrand.”

Tijd rijp

Dit was precies het euvel bij Gijs Donker, zo bleek tijdens de ablatie die Rutger en collega’s bij hem uitvoerden in de herfst van 2021. Kort nadat de patiënt uit narcose was gekomen, vertelde de cardioloog-elektrofysioloog over een behandeling die het UMC Utrecht in de toekomst wilde uitvoeren: radiotherapie bij hartritmestoornissen. Radiotherapeut Joost Verhoeff had eerder het initiatief genomen tot een onderzoek naar de mogelijkheden van deze aanpak. Als projectleider had Joost een Horizon 2020-subsidie aangevraagd én verkregen voor het zogeheten stopstorm.eu-project. Vorig jaar waren de kennis en kunde in het UMC Utrecht op een dusdanig peil geraakt, dat de tijd rijp was de eerste patiënt te behandelen.

Betere kwaliteit van leven

Gijs: “Ik zei meteen tegen dokter Hassink dat ik daarvoor wel in aanmerking wilde komen. Vrij kort erna werd ik thuis gebeld: had ik nog steeds interesse? Ik werd uitgenodigd voor gesprekken met de cardiologen Meine en Hassink en de radiotherapeuten Verhoeff en Van de Pol. Op het eind zei ik: ik doe het, maar alleen onder de voorwaarde dat mijn vrouw en twee zoons instemmen. Die bleken zich er ook in te kunnen vinden. Het was eigenlijk vrij gemakkelijk: de behandeling was mijn enige mogelijkheid om een betere kwaliteit van leven te krijgen.”

Zo veilig mogelijk

De ingreep is op 9 december uitgevoerd onder leiding van radiotherapeut Sandrine van de Pol. Zij zegt: “De bestraling zelf duurde maar een paar minuten. Veel meer tijd hebben we besteed aan de voorbereiding. Je wilt precies weten welk deel van het hartweefsel moet worden bestraald, zodat je schade op andere plekken voorkomt en zo veilig mogelijk te werk kunt gaan. Daarom zijn eerst een CT-scan en MRI-scan gemaakt van het hart van meneer Donker, terwijl hij in de houding lag waarin hij zou worden bestraald. Ook hebben we ons laten leiden door de informatie over het hart die Rutger had verzameld tijdens de ablatie. Zo kwamen we uit op een gebiedje van 6,5 centimeter breed en 5 centimeter lang. Daarbinnen lag het deel hartweefsel dat de stoornis veroorzaakte en dat hebben we uitgeschakeld met bestraling.”

Spannend

Spannend en een beetje bijzonder. Zo ervoer Sandrine de primeur. “Normaal gesproken behandelen we kankerpatiënten en maken we een bestralingsplan dat het hart ongemoeid laat. Nu was het juist het dóel een deel van het hart te treffen. We deden dat met stereotactische radiotherapie: een behandeling met een heel hoge bestralingsdosis. Die techniek passen we al jaren toe bij de meest uiteenlopende delen van het lichaam, maar nu dus voor het eerst in het hart.”

Minder vermoeid

Gijs Donker: “Dokter Van de Pol had me verteld dat ik me in de eerste weken na de radiotherapie nog niet beter zou voelen. Het bestraalde stukje hartweefsel zou langzaam afsterven, dus het effect zou even op zich laten wachten. Maar op den duur ging het inderdaad beter. Ik merkte niet alleen dat ik minder vermoeid was, maar ik zág het ook aan de gegevens van mijn ICD, mijn implanteerbare cardioverter-defibrillator.”

Minder activeringen

Hij legt uit: “Een ICD komt in actie bij een gevaarlijk hartritme. Bij mij geeft het dan vijf pulsjes af. Het UMC Utrecht houdt op afstand bij hoe vaak mijn ICD wordt geactiveerd. Ik kan dit ook volgen, via het patiëntenportaal van het ziekenhuis. In december en januari had ik nog vijftien tot twintig activeringen per maand, maar in februari begon het af te nemen. Nu heb ik er maandelijks twee tot vier.”

Wandelen

Gijs heeft een flinke ziektegeschiedenis achter de rug en is dus blij met de nieuwe situatie. “Sinds 2010 heb ik onder meer een openhartoperatie ondergaan en een pacemaker en een stent gekregen. Vanaf mei 2021 ben ik een aantal keren met een ambulance naar de spoedeisende hulp gebracht vanwege hartritmestoornissen. Mijn hartslag was op die momenten 130 of hoger en ik voelde me warm, moe en onrustig. Vergelijk dat eens met hoe het nu gaat: ik kan drie kwartier tot een uur wandelen en fiets een uur op de e-bike. Ik heb niets dan lof voor de artsen en verpleegkundigen in het UMC Utrecht. Niet alleen vanwege hun medische kunde, maar ook gezien de persoonlijke aandacht die ze me hebben gegeven.”

Meer patiënten

Nu de eerste behandeling goed is verlopen, wil het UMC Utrecht radiotherapie toepassen bij meer patiënten met een hartritmestoornis. In aanmerking voor deze – vooralsnog experimentele – behandeling komen mensen bij wie medicatie en ablatie geen soelaas bieden en die een ICD dragen.

ProSTAR

Het UMC Utrecht is het derde medisch centrum in ons land waar radiotherapie is ingezet tegen een hartritmestoornis. Het onderzoek heet ProSTAR, waarbij STAR staat voor: Stereotactic arrhythmia radioablation. De naam van het Horizon2020-project is STOPSTORM.eu: Standardized Treatment and Outcome Platform for Stereotactic Therapy Of Re-entry tachycardia by a Multidisciplinary consortium.

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet