Op maandag 5 februari is Oncode gelanceerd, een virtueel instituut waarin fundamenteel toponderzoek naar kanker wordt gebundeld. Het instituut wordt gefinancierd door het KWF en drie ministeries en omvat onderzoeksgroepen uit negen partnerinstituten, waaronder het UMC Utrecht. Koningin Máxima opent het instituut vandaag in het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam.
Binnen het Oncode Institute verenigen Nederlandse toponderzoekers op het gebied van kanker zich, om het verschil te maken voor de patiënt. Het onafhankelijke instituut richt zich op excellent onderzoek, intensieve samenwerking en wil zo behandelmethoden sneller in de kliniek krijgen. Het doel is om fundamentele inzichten over kanker zo efficiënt mogelijk te vertalen naar betere en meer betaalbare zorg. De komende vijf jaar investeert KWF Kankerbestrijding, samen met de ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK), Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Health~Holland, NFU, NWO en ZonMw in totaal €120 miljoen in Oncode Institute. Binnen Oncode werken 43 onderzoeksleiders aan onderzoek op moleculair niveau. Ze nemen elk hun eigen onderzoeksteam mee, waardoor er in totaal 560 academische onderzoekers samenwerken binnen één overkoepelende strategie om de code van kanker te kraken.
Het UMC Utrecht is er trots op partner te zijn van Oncode. Onderzoeker Hans Bos heeft een belangrijke trekkersrol gespeeld in de totstandkoming. En ook de Utrechtse onderzoekers Linde Meyaard, Hugo Snippert, Boudewijn Burgering, Edwin Cuppen, Susanne Lens en Madelon Maurice sluiten aan bij Oncode.
Impact in de kliniek
Kanker raakt ons allemaal. Een op de drie Nederlanders krijgt kanker. En ieder uur sterven er vijf mensen aan de gevolgen ervan in Nederland. Om kanker te slim af te zijn, wil Oncode Institute het ontstaan en verloop van de ziekte veel beter begrijpen op moleculair niveau. Om nieuwe behandelmethoden zo snel mogelijk in de kliniek te krijgen, stelt Oncode Institute een team van valorisatie-experts aan. Juist deze stap moet de kwaliteit van leven van patiënten verbeteren en zelfs levens redden.
