‘Ik heb geen goedkeuring nodig voor mijn liefde’
‘Ik heb geen goedkeuring nodig voor mijn liefde’
Eén op de vijftien Nederlanders is homo, lesbisch, biseksueel of transgender, zo bleek in 2018 uit de LHBT-monitor. Toch is het lang niet altijd vanzelfsprekend dat iemands seksuele geaardheid en/of genderidentiteit wordt geaccepteerd. Sommigen kiezen er dan ook voor ‘in de kast te blijven’. De coming-outdag draagt eraan bij dit te veranderen: het is een dag van aandacht voor lhbtiqa+’ers. “Elke dag die anderen ervan bewustmaakt dat het belangrijk is dat je jezelf kunt zijn, ongeacht je seksuele voorkeur of genderidentiteit, is waardevol”, zegt Roos Hijner. Zij is adviseur arbeid & organisatie in ons ziekenhuis.
Demonstranten die intimiderende teksten riepen en meer dan 5000 politieagenten die soms eerder een dreigende dan beschermende indruk wekten. In Belgrado ondervond Roos Hijner vorige maand dat acceptatie van lhbtiqa+’ers soms nog een lange weg heeft te gaan. De medewerker van het UMC Utrecht was in de Servische hoofdstad om mee te doen aan EuroPride. De adviseur arbeid & organisatie valt op vrouwen.
Regenboogkleuren
Roos: “Ik droeg een tas met regenboogkleuren. Vanwege de houding van sommige demonstranten adviseerde een andere deelnemer de tas onder mijn jas te dragen. De organisatie van EuroPride had ook dwingende richtlijnen gegeven over hoe je het evenement veilig kon meemaken en veilig kon thuiskomen. Bijvoorbeeld: zorg dat je een alternatief verhaal hebt wanneer een vreemde vraagt waarom je in Belgrado bent en je het gevoel hebt dat je moet antwoorden. Een ander advies was: als je make-up in de regenboogkleuren draagt, verwijder die dan na afloop van je gezicht. Heel heftig natuurlijk: ik doe mee aan een Pride omdat ik trots ben op wie ik ben en omdat ik wil uitkomen voor wie ik ben, maar ondertussen is het riskant dat te doen.”
Belangrijk én jammer
De ervaringen sterken Roos in de opvatting dat Coming Out Day, elk jaar op 11 oktober, een belangrijk en noodzakelijk initiatief blijft. “Aan de ene kant is het goed dat deze internationale dag jaarlijks wordt gevierd. Coming-outdag draagt onder meer bij aan bewustwording over wie je bent: het is voor sommigen een zetje in de rug om uit de kast te komen. Het kan ook bijdragen aan het vergroten van de zichtbaarheid en het gesprek op gang brengen over lhbtiqa+-acceptatie. Door er als organisatie aandacht aan te besteden kan het ook meehelpen aan het zijn van een fijne plek om te werken – voor iedereen. Anderzijds vind ik het jammer dat deze dag nog altijd nodig is, dat lhbtiqa+ niet overal wordt gezien als iets dat er gewoon bij hoort. Ik vind niet dat ik iemands goedkeuring nodig heb om liefde te voelen voor mijn vriendin.”
Zijn wie je bent
Roos adviseert iedereen “zoveel mogelijk zichzelf te zijn”. Oók op het werk. “Stel ik me bijvoorbeeld in het UMC Utrecht voor aan een nieuwe collega, dan wil ik zonder angst of schaamte kunnen zeggen dat ik met mijn vriendin samenwoon in Utrecht. In onze organisatie heb ik nog nooit het idee gehad dat lhbtiqa+’ers er niet mogen zijn of dat het niet mag worden benoemd. Je kunt zijn wie je bent.”
Inclusief taalgebruik
Is er toch nog iets dat in haar ogen verbeterd zou kunnen worden in het UMC Utrecht? “Een vitale organisatie is inclusief en divers. Het lijkt me goed om als organisatie, waarin we ernaar streven dat iedereen zich welkom, thuis, gehoord en gezien voelt, te kijken naar het taalgebruik voor patiënten en medewerkers. Concreet: kunnen we komen tot meer inclusief taalgebruik?”
Herkennen
Roos geeft een voorbeeld: “Waarom bijvoorbeeld veelvuldig ‘hij’ gebruiken als veel mensen zich niet identificeren als man? Sta er ook bij stil dat ‘hij’ en ‘zij’ niet altijd voldoen. Sommige mensen voelen zich niet thuis in de categorieën ‘man’ of vrouw’ en willen graag met ‘hen’ worden aangesproken. Taal heeft de kracht om in en uit te sluiten. We moeten ons bewust zijn van deze functie van taal en zoveel mogelijk kiezen voor woordgebruik waarin iedereen zich herkent. Inclusieve taal begint bij luisteren naar degene met wie of over wie gesproken wordt.”
Eigen coming-out
Hoe beleeft Roos coming-outdag? “Het is voor mij niet een heel andere dag dan gebruikelijk, maar ik post er wel een berichtje over op Instagram. Afgelopen jaren merkte ik dat daardoor gesprekken op gang komen. Mensen vroegen me bijvoorbeeld: hoe was jóuw coming-out eigenlijk?”
Verkering
Roos vertelt belangstellenden vervolgens dat zij er thuis mee heeft gewacht uit de kast te komen totdat ze voor een eerst een relatie had met een vrouw. “Ik was een jaar of zeventien toen ik mijn eerste vriendin had. Via MSN vertelde ik een van mijn zusjes dat ze een bepaald meisje, dat in het weekend bij ons thuis was geweest als een vriendin, de komende tijd vaker zou gaan zien, omdat we verkering met elkaar hadden. Met mijn zusje bedacht ik het plan om mijn ouders per brief te vertellen dat ik – toen nog ook – op vrouwen val. De brief legde ik die avond op hun kussens.”
Knuffels
Roos vervolgt: “Ik ging naar mijn kamer en wachtte in spanning af. Even later klopte mijn moeder op mijn slaapkamerdeur: Roosje lieverd, je kan niet verwachten dat je zulk nieuws met ons deelt en we het daar niet even over willen hebben. Er volgde een bijzonder gesprek waarin ik van mijn vader complimenten kreeg over hoe goed ik het had beschreven en dat hij een programma had gezien over een succesvolle, lesbische zakenvrouw. Hij bedoelde daarmee geloof ik te zeggen dat mijn geaardheid een carrière niet in de weg zou hoeven zitten. Van mijn moeder kreeg ik vooral knuffels en de bevestiging dat zij gelukkig is zolang ik gelukkig ben.”
Unieke talenten
Lhbtiqa staat voor: lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender, intersekse, queer/questioning en aseksueel/aromantisch. De daaropvolgende ‘+’ geeft aan dat de term inclusief is voor mensen die zichzelf anders noemen dan waar deze letters voor staan. Roos: “Er zijn in Nederland veel positieve ontwikkelingen rondom de acceptatie van lhbtiqa+’ers, maar we zijn er nog niet zolang er sprake is van discriminatie op het gebied van liefde, genderidentiteit en/of -expressie. In het UMC Utrecht kunnen we er samen voor zorgen dat we een academisch ziekenhuis zijn waar alle patiënten, medewerkers en studenten zich (h)erkend voelen en waar plaats is voor ieder mens met unieke talenten die waarde toevoegen aan goede zorg, onderwijs en onderzoek.”
Luisteren zonder oordeel
Roos benadrukt: “Ook jij kan eraan bijdragen dat iedereen zich – in het UMC Utrecht en daarbuiten – welkom voelt en zichzelf kan zijn. Bijvoorbeeld door oprechte belangstelling te tonen, open vragen te stellen en te luisteren zonder oordeel. Sta er dit jaar op 11 oktober eens extra bij stil dat je met de woorden die je zegt of schrijft soms al het verschil kan maken. Ik vind het bijvoorbeeld mooi dat jonge kinderen of jongeren tegenwoordig eerder een vraag stellen als ‘Ben je verliefd?’ dan dat ze – aan mij als vrouw – vragen ‘Heb je een vriendje?’ of – heel soms – ‘een vriendinnetje?’”