CoronaMelder: hoe meer hoe beter
Het is de bedoeling dat de CoronaMelder per 1 september voor iedereen beschikbaar is. Dat maakte VWS-minister Hugo de Jonge vandaag bekend. Carl Moons, hoogleraar klinische epidemiologie bij het UMC Utrecht, staat achter deze app, “omdat we hem combineren met testen. Dat is een absolute voorwaarde.”
Carl is voorzitter van de begeleidingscommissie die de minister adviseert over digitale hulpmiddelen in de strijd tegen corona. “Deze app kan zeker helpen in het opsporen van contacten van besmette personen en zo meer besmettingen met het coronavirus voorkomen.”
De app, die niet aan personen of namen is gekoppeld, werkt als volgt. Als twee mensen op hun mobieltje de app hebben geïnstalleerd en voor langere tijd (minimaal tien minuten) in elkaars nabijheid (binnen anderhalve meter) zijn geweest, zijn de apps op beide mobieltjes geconnect. Als een van hen zich later laat testen en positief blijkt te zijn, kan hij zijn app een signaal laten geven aan alle geconnecte apps. De tweede persoon krijgt dus een seintje dat hij in de buurt is geweest van een besmette persoon en kan zich direct laten testen.
Twee keer testen
“Bij de apps die in april/mei werden besproken, was het idee nog dat mensen die een seintje kregen direct veertien dagen in quarantaine gingen. Dat vond de begeleidingscommissie niet acceptabel, dat heeft een te grote impact op de burger, de maatschappij en de economie. Daarom is het advies van de begeleidingscommissie om je – na een seintje in de app - zo snel mogelijk te laten testen en pas als je positief blijkt te zijn in quarantaine te gaan”, vertelt Carl.
Zijn commissie pleit ervoor dat je je niet één keer, maar twee keer kan laten testen. "Bij een gemiddeld ziekteverloop krijg je pas op dag vier à vijf na de besmetting symptomen, maar kan je wel daarvoor al besmettelijk zijn. Snel testen lijkt dus van belang. Maar het kan zijn dat de eerste test onterecht of vals negatief is omdat er nog te weinig virusdeeltjes zijn. Als je je vervolgens, bij een eerste negatieve test, na drie à vier dagen nog een keer laat testen en weer negatief bent, dan zeggen de experts dat je vrijwel zeker op dat moment niet besmet bent.” Er is nu in Nederland voldoende testcapaciteit hiervoor beschikbaar.
Hoe meer hoe beter
Op de vraag hoeveel mensen de app moeten installeren voordat hij effectief is, is Carl duidelijk: hoe meer hoe beter. “In het voorjaar is meerdere keren genoemd dat een app pas effectief is als zestig procent van de mensen hem gebruikt. Dat is een mythe. Ook de universiteit van Oxford, waar dat cijfer vandaan komt, zegt dat het verkeerd is geïnterpreteerd. Als je geen andere maatregelen - zoals social distancing enzovoort - hanteert, dan is zestig procent nodig om de verspreiding naar nul terug te brengen. Als je wel de andere maatregelen hanteert, dan kan zelfs een laag percentage al besmettingen voorkomen en heeft dus effect. Maar uiteraard geldt: hoe meer mensen de app installeren, hoe groter het effect.”
Het precieze effect op de virusverspreiding en op de volksgezondheid wordt uiteraard pas duidelijk als de app daadwerkelijk gebruikt wordt. “Nu is dat zo goed en zo kwaad als dat kan onderzocht bij een kleine groep, waarbij het niet om echte besmettingen ging. Gewoonlijk zouden we dat voor invoering verder willen onderzoeken. Maar die tijd hebben we eenvoudigweg nu niet. Het virus is te snel.”
Persoonlijk voordeel
Zelf gaat hij de app ook installeren. “Sommigen zeggen dat ze dat uit burgerplicht doen, om anderen te beschermen. Dat is ook zo, maar je hebt er ook persoonlijk voordeel bij. In combinatie met testen weet je of je besmet bent of niet. In dat laatste geval kun je met een gerust gevoel je partner, kinderen of kwetsbare ouder knuffelen. ”