Gebitsprothese problemen
Problemen met een kunstgebit of gebitsprothese kunnen bestaan uit het loszitten van het gebit, pijn en beperkingen bij het eten, maar bijvoorbeeld ook kokhalsneigingen. De invloed van gebitsprothese problemen op het dagelijks functioneren kan groot zijn.
Door het slinken van de kaken na het trekken van tanden en kiezen, neemt de ondersteuning van de gebitsprothese met de tijd af. Daardoor kan de prothese losser gaan zitten, eten en praten moeilijker gaan, en kunnen pijnklachten ontstaan. Ook kan de mond 'invallen'. Deze klachten treden vooral op bij patiënten die al langer tandeloos zijn en een ernstig geslonken kaak hebben. Ook patiënten die kort tandeloos zijn kunnen echter problemen hebben met het functioneren van de gebitsprothese, bijvoorbeeld door de stand van de kaken, een droge mond of gevoelige slijmvliezen. Daarnaast kunnen kokhalsneigingen ervoor zorgen dat de gebitsprothese niet kan worden gedragen.