De vooruitzichten bij CLL zijn afhankelijk van een aantal factoren waaronder het stadium waarin de CLL zich bevindt (Rai en Binet classificatie).
CLL kan een zeer rustig beloop hebben. Vooral bij een Rai stadium 0 of Binet stadium I kan de ziekte gedurende vele jaren aanwezig blijven zonder veel klachten en symptomen. In die gevallen zal de behandelend arts vaak een wat afwachtende houding innemen. De arts zal wel regelmatig willen controleren hoe de ziekte zich ontwikkelt.
Als er sprake is van een actieve of progressieve ziekte zal de arts overgaan tot behandeling. Veelal wordt gestart met chemotherapie die erop gericht is om de kwaadaardige CLL-cellen te doden. Ook kan worden overgegaan tot het gebruik van bepaalde antistoffen (= antilichamen of immunoglobulinen) die zich richten op eiwitten op het oppervlak van de CLL-cellen (rituximab). Deze middelen worden soms ook in combinaties aangeboden.
Voor de eerstelijns behandeling wordt in Nederland aanbevolen:
- Fitte patiënten (dit zullen in het algemeen patiënten van 65 jaar of jonger zijn), worden behandeld met een FCR combinatietherapie (Fludarabine, Cyclofosfamide, Rituximab, maximaal 6 cycli).
- Niet fitte en oudere patiënten (ouder dan 65 jaar) krijgen meestal Chloorambucil gecombineerd met Rituximab
Patiënten die niet reageren op de eerstelijnsbehandeling of recidief van de ziekte hebben komen in aanmerking voor verschillende opties waarbij het sterk individueel afhankelijk is voor welke optie gekozen wordt. Mogelijkheden zijn bijvoorbeeld nieuwe kinaseremmers in pilvorm (ibrutinib, idelalisib), een beenmergtransplantatietraject of deelname aan internationale wetenschappelijke experimenten met de nieuwste geneesmiddelen.