Deelnemende patiënten krijgen de standaard behandeling met toevoeging van blinatumomab. De behandeling bestaat uit 3 fasen.
Fase 1, pre-fase en remissie-inductie:
Standaard chemokuur met daaraan toegevoegd, via een continu lopend infuus blinatumomab, gedurende 14 dagen.
Fase 2, consolidatie:
Na herstel van fase 1 start er een reeks van 8 kuren. Naast 6 standaard chemokuren wordt er tweemaal gedurende 4 weken continu blinatumomab gegeven. Deze behandeling kan meestal thuis gegeven worden eventueel onder begeleiding van de thuiszorg.
Fase 3, onderhoudsbehandeling of allogene (donor) stamceltransplantatie:
Dit is een standaardbehandeling. De onderhoudsbehandeling bestaat uit chemotherapie gedurende 2 jaar.
De behandeling wordt gestopt als:
• De behandelend arts vindt dat de bijwerkingen voor de patiënt groter zijn dan de mogelijke voordelen.
• De patiënt zelf besluit te stoppen.
Bijwerkingen
Iedere behandeling kan bijwerkingen hebben. Mogelijke bijwerkingen van het onderzoek naar deze nieuwe behandeling zijn:
Blinatumomab
• Neurologische voorvallen (m.n. onwillekeurige bewegingen en verwardheid)
• Infecties
• Cytokineafgiftesyndroom (CRS)
• Verhoogde leverwaarden
• Ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis)
• Koorts
• Hoofdpijn
• Vocht vasthouden
• Misselijkheid
• Laag kalium
• Moeilijke stoelgang
• Bloedarmoede
• Hoesten
• Diarree
• Buikpijn
• Slapeloosheid
• Vermoeidheid
Extra belasting voor patiënt
• De behandeling duurt ongeveer 3 maanden langer dan de standaardbehandeling
• Ten tijde van beenmergonderzoek wordt er wat extra beenmerg en bloed afgenomen. Hiervoor hoeft niet extra geprikt te worden.