Na de behandeling
Na de behandeling brengt de verpleegkundige u naar de uitslaapkamer. U moet hier nog een uur uitslapen. Wij bellen uw begeleider na het onderzoek over het tijdstip waarop u gehaald mag worden. U mag niet zonder begeleiding de afdeling verlaten.
U krijgt een ontslagbrief. Hierin staat onder andere wat er tijdens het onder-zoek is gezien/gedaan en wat u moet doen in geval van complicaties. Ook krijgt u een recept mee voor medicijnen die u na de behandeling moet nemen.
Pijnklachten
De eerste uren na de behandeling kunt u last hebben van een opgeblazen gevoel en pijn in de buik. Dit komt doordat er tijdens de behandeling lucht in het darmstelsel is geblazen. Daarnaast kan er door de ontstane oppervlakkige brandwond een scherpe pijn ontstaan in uw bovenbuik of achter uw borstbeen. Meestal zakt deze pijn een aantal dagen na de behandeling af, maar soms kan de pijn één tot twee weken aanhouden. Bij pijn mag u paracetamol innemen, maar los de medicijnen wel op in water. U mag maximaal acht tabletten van 500 mg per dag innemen. Als de paracetamol niet afdoende helpt, dan kunt u contact opnemen met de endoscopieafdeling.
Medicatie
Om ervoor te zorgen dat de ontstane wond goed geneest, krijgt u medicijnen voorgeschreven. Deze medicijnen zorgen ervoor dat inwerking van het maagzuur op de wond zoveel mogelijk vermeden wordt. Het is van groot belang dat u zich nauwgezet aan deze voorschriften houdt. U krijgt na de behandeling een recept en de instructies mee.
Dieet
Op de dag van de behandeling moet u een dieet volgen van water, limonade en eventueel wat lauwe thee of bouillon. De dag na het onderzoek mag u in principe alles weer eten en drinken. Begin echter met wat zachte etenswaar zoals vla, yoghurt en brood zonder korstjes. Ook is het raadzaam om te gekruid, te zuur en te heet voedsel de eerste twee weken te vermijden.
Overnachting
Soms beslist de arts dat u een nacht moet blijven, bijvoorbeeld als er tijdens de behandeling een kleine bloeding is ontstaan, of als er sprake is van een minder goede gezondheid of van een hoge leeftijd. Het is aan te raden voor de komst naar het ziekenhuis rekening te houden met deze eventuele overnachting.
Controle
Ongeveer twee weken na de behandeling volgt er een belafspraak. Tijdens dit gesprek wordt doorgesproken hoe het op dat moment met u gaat en hoe het vervolg van de behandeling eruit zal zien.
Zoals eerder beschreven zijn doorgaans enkele behandelingen, met tussenpozen van twee à drie maanden, nodig om al het Barrett-slijmvlies weg te halen. Wanneer al het Barrett-slijmvlies weg is, worden er kleine stukjes weefsel (biopten) weggenomen op de plek waar het Barrett-slijmvlies zat. De patholoog onderzoekt deze biopten onder de microscoop.
Verkeersdeelname en begeleiding na een roesje
U mag na het roesje tot de volgende ochtend (6.00 uur) geen voertuig (auto, motor, brommer, fiets) besturen. Ook als u met een taxi of met het openbaar vervoer naar huis gaat, is het nodig dat er een familielid of kennis bij u is.
Als er niemand beschikbaar is om u naar huis te begeleiden, dan kunt u geen roesje krijgen. Wij raden u dan aan om met de arts die het onderzoek heeft aangevraagd te overleggen over een oplossing.
Mogelijke complicaties
- Bij een RFA ontstaat een soort oppervlakkige brandwond in de slokdarm. De kans op complicaties is zeer klein. Behalve irritatie van de keel en pijn achter het borstbeen, hebben patiënten meestal geen klachten na de behandeling. In theorie kunnen er complicaties voorkomen, zoals een ernstige ontsteking van de slokdarm met de vorming van zweren en vernauwing van de slokdarm, een gaatje in de slokdarmwand (perforatie) en een beschadiging van keel of stembanden. De kans hierop is gelukkig zeer klein.
- U kunt tot enkele dagen na de behandeling last houden van een gevoelige keel.
- Door verslikken kan er maaginhoud in de longen terecht komen. Een enkele keer kan dit een infectie veroorzaken.
- Ook komen soms ademhalingsproblemen of hartfunctiestoornissen voor door het roesje.
Wanneer contact opnemen
Neem direct contact op als u:
- Thuis na de behandeling bloed braakt of zwarte, teerachtige ontlasting hebt. Er kan sprake zijn van een late bloeding.
- Aanhoudende heftige pijn in de bovenbuik of achter het borstbeen hebt en/of hoge koorts. Dit kan duiden op een complicatie.
- Problemen ervaart met het passeren van voedsel in de slokdarm (het voedsel zakt niet).
Op werkdagen tussen 8.00 en 17.00 uur kunt u bellen met de endoscopie-afdeling via 088 75 573 66. Buiten deze tijden belt u met de verpleegafdeling MDL via 088 75 562 22.