Door de verpleging wordt u naar de afdeling radiologie gebracht. Een medewerker haalt u op uit de wachtruimte en begeleidt u naar de onderzoeksruimte. In de onderzoeksruimte stellen we u een aantal controle vragen (naam, geboortedatum, medicijn gebruik) om de procedure veilig te laten verlopen. In de onderzoeksruimte schuift u uit uw bed naar de onderzoekstafel. U komt op uw rug op de onderzoekstafel te liggen. U wordt aangesloten op de bewakingsapparatuur, zo kunnen wij uw bloeddruk en zuurstofgehalte tijdens de procedure meten. Medewerkers van de afdeling anesthesie brengen u in slaap.
Een bloedvat wordt aangeprikt in de lies. Via een dun slangetje (katheter) dat wordt ingebracht in het bloedvat kan het contrastmiddel worden ingespoten om de bloedvaten in beeld te brengen. Om het aneurysma te kunnen behandelen moet er een nog dunnere katheter tot bij het aneurysma geplaatst worden. Vervolgens wordt het aneurysma afgesloten van de bloedstroom. Hiervoor zijn meerdere opties mogelijk en is afhankelijk van de plaats, grootte en vorm van het aneurysma. Het aneurysma kan dichtgemaakt (geëmboliseerd) worden met coils, een WEB of met behulp van een flow-stent of een combinatie van deze behandelingen.
Als het onderzoek klaar is, wordt de aanprikplek in de lies dichtgemaakt door een inwendige hechting te plaatsen.
Om het risico op infectie zo klein mogelijk te houden wordt in de onderzoeksruimte steriel gewerkt. Dat wil zeggen, zoals op een operatiekamer, met speciale kleding en hygiëne regels.
Mogelijke complicaties
Bij iedere behandeling bestaat er een kans op een complicatie. Hoe groot dit risico is, hangt af van uw algehele conditie, het aneurysma en de behandeling. Het gemiddelde behandelrisico is 3-5%.
Mogelijke complicaties zijn:
- Neurologische uitval, als gevolg van:
-Bloeding tijdens de behandeling
-Embolie/stenttrombose tijdens of na de behandeling
-Zwelling van het aneurysma. Dit kan tijdelijke (toename) van uitvalsverschijnselen geven. Hiervoor kan (preventief) medicatie voorgeschreven worden.
-Tijdelijke blindheid (2 - 3dagen) a.g.v. het contrastmiddel
- Bloeduitstorting in de lies. Bij de punctieplaats in de lies kan een bloeduitstorting ontstaan. Dit geeft soms pijnklachten, maar verdwijnt na enkele dagen tot een week. Er kan een verkleuring, doofheid of temperatuurverandering optreden in het behandelde been of de lies waar de katheter in geplaatst was. Neemt u dan contact op met de huisarts.
- Nabloeding in de lies. De plaats waar de katheter in de lies heeft gezeten kan nog na enkele uren gaan nabloeden. Het wondje in de lies zal dan pomp- of golfsgewijs gaan bloeden. Druk dan met uw vingers de slagader in de lies dicht (of laat iemand anders dit doen) en waarschuw direct de huisarts.
- Infectie. Er is toenemende zwelling in de lies en de lies is pijnlijk en u heeft mogelijk koorts. Neemt u contact op met de huisarts.
- Allergische reactie. Een overgevoeligheidsreactie op het jodium houdend contrastmiddel kan optreden. Vaak is dit tijdens of vlak na het onderzoek (jeuk, galbulten, benauwdheid). Wanneer u hier last van krijgt als u weer thuis bent, neem dan contact op met de huisarts.
Duur van het onderzoek
De duur van de behandeling is vaak 2 à 3 uur, dit is afhankelijk van het verloop van het onderzoek.
Zodra de behandeling klaar is zal de radioloog contact opnemen met uw 1e contactpersoon om te vertellen hoe de behandeling is verlopen. Het duurt dan nog ongeveer 1 ½ uur voor u weer terug bent op de verpleegafdeling.
De radioloog zal voor u met ontslag gaat, zelf nog bij u langs lopen op de afdeling om te vertellen hoe de behandeling is verlopen.