Een medewerker haalt u op uit de wachtruimte en begeleidt u naar de onderzoeksruimte. In de onderzoeksruimte stellen we u een aantal controle vragen (naam, geboortedatum, medicijn gebruik) om de procedure veilig te laten verlopen. In de onderzoeksruimte neemt u in rugligging plaats op de onderzoekstafel. U wordt aangesloten op de bewakingsapparatuur, zo kunnen wij uw bloeddruk en zuurstofgehalte tijdens de procedure meten.
De aanprikplek wordt eerst plaatselijk verdoofd. Vervolgens wordt de shunt aangeprikt in de arm. Via een dun slangetje dat wordt ingebracht in het bloedvat kan het contrastmiddel worden ingespoten. Het deel van het lichaam dat wordt onderzocht wordt steeds opnieuw zo goed mogelijk in beeld gebracht. De onderzoekstafel waar u op ligt zal daarom een aantal keer verschuiven. Als de shunt vernauwd is kan mogelijk een dotter behandeling plaatsvinden. Bij een dotter behandeling wordt een ballonnetje opgeblazen in een vernauwd bloedvat. Het bloedvat rekt daardoor weer op waardoor het bloedvat weer wijder wordt. Om het risico op infectie zo klein mogelijk te houden wordt in de onderzoeksruimte steriel gewerkt. Dat wil zeggen, zoals op een operatiekamer, met speciale kleding en hygiëne regels.
Mogelijke complicaties
- Vaak voorkomend
-misselijkheid, duizeligheid naar aanleiding van het contrastmiddel.
-bloeduitstorting op de aanprikplek zoals een forse blauwe plek.
- Soms voorkomend
-thrombus / embolie, stukje hard materiaal (stolsel of kalk) raakt los in het bloedvat.
-nabloeding doordat de aanprikplek weer open gaat: druk met uw vingers stevig op de aanprikplek en schakel hulp in.
-contrast allergie: klachten van jeuk, galbulten, benauwdheid
De duur van het onderzoek
Dit hangt samen met de vraagstelling en het verloop van het onderzoek. In de meeste gevallen duurt het onderzoek een 1 tot 2 uur.