Terug

Lobectomie

Lobectomie

Patiëntfolder

Binnenkort wordt er bij u een deel van de long weggehaald (lobectomie). Dit gebeurt in een slaaptoestand (anesthesie). De thoraxchirurg verwijdert een deel (één of twee kwabben) met de bijbehorende lymfeklieren.

Waar in deze folder ‘hij’ staat, kan ook ‘zij’ gelezen worden.

Omschrijving ziektebeeld

Het weghalen van een deel van de long (lobectomie) kan om verschillende redenen noodzakelijk zijn:

  1. Wanneer er afwijkingen zijn gevonden in de long.
  2. Als u een long hebt die slecht werkt. Dit komt vaak door ernstige, blijvende ontstekingen.

De longen zien er schematisch gezien als volgt uit (zie figuur 1):

  • De luchtpijp vertakt zich in tweeën. Deze splitst zich in meerdere takken naar de verschillende kwabben.
  • De rechterlong heeft 3 kwabben. De linkerlong heeft 2 kwabben.
  • De takken blijven zich splitsen en eindigen in de longblaasjes. Hier vindt de uitwisseling van zuurstof plaats. 
  • De beide longen liggen in de borstholte. 
  • Om de long zit een longvlies. En tegen de ribben zit een borstvlies.
  • Tussen de vliezen zit een ruimte met een natuurlijk vacuüm. 
  • In dit vacuüm zit een klein beetje vocht om de longen goed in de holte te kunnen laten bewegen. 
  • De long zelf is ongevoelig. Het borstvlies is echter wel gevoelig.
  • Zit er vocht tussen de vliezen, dan noemen we dat pleuravocht.
  • Zit er lucht tussen de vliezen, dan spreken we van een klaplong (pneumothorax). 

Voorbereiding uitklapper, klik om te openen

Enkele dagen voor de operatie komt u één dag in het ziekenhuis voor verschillende onderzoeken. U meldt zich op de longfunctieafdeling, receptie 8 op de tweede etage.

De verpleegkundige daar vertelt u waar en wanneer u verwacht wordt voor onderstaande onderzoeken en gesprekken. Het kan door verschillende omstandigheden gebeuren dat u niet eerst één dag in het ziekenhuis komt, maar direct de dag voor de operatie opgenomen wordt. Ook dan zult u de hieronder beschreven onderzoeken en gesprekken krijgen. 

Röntgenfoto, hartfilmpje en bloedonderzoek

Voorafgaand aan de operatie worden er enkele standaard onderzoeken gedaan, namelijk;

  • Een röntgenfoto van de borstkas (x-thorax)
  • Een hartfilm (ECG) op de hartfunctie afdeling
  • Bloedonderzoek op het centrale laboratorium
  • De verpleegkundige legt u uit waar u moet zijn. 

Verpleegkundige vragenlijst en voorlichting

U spreekt op de dag van de onderzoeken of op de dag van opname, op de afdeling longziekten een verpleegkundige. De verpleegkundige neemt een vragenlijst (anamnese) met u door. Zo wordt geprobeerd een beeld te krijgen van de problemen die u nu hebt, of na de operatie kunt krijgen. Ook krijgt u, soms nogmaals, uitleg over de operatie. Uiteraard is er alle ruimte om bijzonderheden te bespreken en vragen te stellen.

Apothekersassistente

Voordat u de anesthesioloog bezoekt, hebt u een afspraak bij een apothekersassistente in het ziekenhuis. Zij neemt uw medicijngebruik met u door. Voor deze afspraak vragen wij u een overzicht van de medicijnen die u gebruikt, mee te nemen. Deze kunt u afhalen bij uw apotheek. Als u niet in de gelegenheid bent dit overzicht af te halen, vragen wij u om uw medicatie (in originele verpakking) mee te nemen. Ook worden eventuele allergieën en bijwerkingen besproken met u.

Pre-operatieve screening

U brengt een bezoek aan de anesthesioloog voor de pre-operatieve screening. De anesthesioloog neemt een andere vragenlijst met u door. De vragenlijst is thuisgestuurd, of krijgt u van de verpleegkundige. 

De anesthesioloog zal met u praten over:

  • De slaaptoestand (anesthesie). Er wordt verteld welk slaapmiddel u de avond voor de operatie mag gebruiken. Ook wordt u verteld welke medicijnen u de dag van de operatie nog in mag nemen.
  • Hebt u diabetes mellitus (suikerziekte)? Dan zal de anesthesioloog afspraken met u maken over uw medicatie en bloedsuikercontrole.
  • De epidurale pijnstilling. Een epidurale katheter is een slangetje dat u pijn stilling toedient via het ruggenmerg. De hoeveelheid toegediende pijnstilling is veel minder dan wanneer u de pijnstilling krijgt toegediend via het infuus. Het lichaam is vanaf de insteekplaats naar beneden toe, licht verdoofd. U heeft hierdoor minder pijn.

U mag naar huis, of naar de afdeling, als:

  • De verschillende onderzoeken verricht zijn;
  • De verpleegkundige vragenlijst afgenomen is;
  • Uw thuismedicatie is doorgenomen met de apothekersassistente;
  • U de anesthesioloog gesproken hebt. 

U wordt één dag voor de operatie opgenomen op afdeling B3 West, longziekten. 

Op de verpleegafdeling

De dag voor de operatie zult u de volgende mensen ontmoeten:

De zaalarts

De zaalarts zal hier een medische vragenlijst met u doornemen over uw gezondheid en doet aanvullend lichamelijk onderzoek. Als u verkouden bent of koorts hebt, meld dit dan vooraf bij de opname aan de verpleegkundige of de zaalarts.

De verpleegkundige

Er is al een verpleegkundige vragenlijst bij u afgenomen voor deze opnamedag. Indien dit niet het geval is, wordt dit alsnog gedaan. Er wordt nog wel gecontroleerd of er wijzigingen zijn in bijvoorbeeld de contactgegevens of het medicijngebruik. Als er bijzonderheden zijn voorgevallen tussen het afnemen van de vragenlijst en deze opnamedag, wordt u verzocht om dit te melden aan de verpleegkundige. De verpleegkundige heeft u ook al informatie gegeven over de procedure rondom uw operatie. Als u nog vragen hebt, is er voldoende ruimte om deze te stellen.

De thoraxchirurg

De thoraxchirurg geeft u medische uitleg over de operatie en zal u ook opereren. De thoraxchirurg komt waarschijnlijk na 17.00 uur langs. Houd hier alstublieft rekening mee en zorg dat u op de afdeling bent.

De fysiotherapeut

De fysiotherapeut komt voor de operatie naar u toe, om het belang van een goede ademhaling met u te bespreken. Hij kan u al wat ademhalingsoefeningen geven die nuttig kunnen zijn na de operatie. Ook geeft hij uitleg over de triflow (hulpmiddel) die u na de operatie moet gaan gebruiken. Na de operatie komt de fysiotherapeut weer bij u langs.

De diëtiste

Wanneer u een verminderde eetlust hebt of bent afgevallen, dan schakelt de verpleegkundige alvast de diëtiste in voor voedingsadviezen en eventuele bijvoeding.

Voorafgaand aan de operatie

Tot 6 uur voor de operatie mag u gewoon eten en drinken. Daarna mag u per uur nog 1 glas helder vloeibaar vocht innemen tot aan de ingreep. Hieronder vallen water, appelsap, limonade, gezeefde bouillon, thee en koffie zonder suiker of melk. Alle overige dranken zijn niet toegestaan.

Verder is het belangrijk dat:

  • Sieraden en piercings verwijderd zijn;
  • Uw gehoorapparaat uit is voor u naar de operatiekamer gaat;
  • Uw gebitsprothese en lenzen uit zijn;
  • Nagellak verwijderd is.

Laat waardevolle spullen thuis! Of geef ze mee met uw familie op de dag van opname.

Uitstellen van operaties

In het UMC Utrecht worden, behalve geplande hart- en longoperaties, ook niet voorspelbare, niet geplande hart- en/of longtransplantaties verricht. Dit zijn altijd spoedingrepen, die elk uur van de dag kunnen plaatsvinden. Het geplande operatieprogramma van die dag komt dan te vervallen, omdat de operatiekamer en personeel hiervoor beschikbaar moet worden gesteld. Uw operatie kan hierdoor tot op het laatste moment worden uitgesteld.

Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen

Plaats en duur

De operatie vindt plaats op de operatiekamer. De operatie duurt twee tot vier uur. U blijft na deze operatie ongeveer één tot twee weken in het ziekenhuis.

De operatie

U wordt met bed naar de wachtkamer (holding) gereden. Voordat u in de slaaptoestand (anesthesie) wordt gebracht, geeft de anesthesioloog u een infuus. Hierdoor worden de slaapmedicijnen (anesthetica) gespoten. Ook brengt hij, als u nog wakker bent, de epidurale catheter in in het ruggenmerg. Dit is voor de pijnbestrijding na de operatie. 

Voor de operatie wordt de huid gedesinfecteerd met jodium. Dan maakt de thoraxchirurg een snee op de rug onder het schouderblad, tussen de ribben door. Het natuurlijke vacuüm tussen de longvliezen wordt opgeheven, de long klapt dan in. Zo zijn de long en het borstvlies goed te zien. De aangedane longkwab kan zo in zijn geheel verwijderd worden samen met de bijbehorende lymfeklieren. 

De thoraxchirurg laat aan het eind van de operatie een drain achter tussen de longvliezen. De drain wordt aan de huid vastgemaakt met een hechting. De drain wordt achtergelaten om het natuurlijke vacuüm tussen de vliezen te herstellen. De drain wordt aan het einde van de operatie vastgemaakt aan een zuigend thoraxdrainagesysteem (zie thoraxdrainage folder).

Na de behandeling uitklapper, klik om te openen

Vervolgens gaat u een nachtje naar de Respiratoir Care Unit (RCU) op afdeling longziekten, B3 west (k19 of k20). Daar kan uw familie, in overleg met de verpleegkundige, op bezoek komen. U mag twee personen tegelijk op de kamer ontvangen. Op de RCU gelden dezelfde

bezoektijden als op de afdeling longziekten. De RCU is te bereiken via telefoonnummer 088 75 579 04. In principe gaat u de ochtend na de operatie, rond 10.00 uur, weer terug naar uw eigen plekje op de afdeling longziekten.

De bezoektijden op de medium care zijn dagelijks van 16.00 tot 17.00 uur en van 18.30 tot 19.00 uur. De medium care is te bereiken via telefoonnummer 088 75 587 57.

Na een nacht op de medium care, komt u weer op de verpleegafdeling, afhankelijk van uw lichamelijke toestand.

  • De verpleegkundige zal regelmatig uw pols, bloeddruk, temperatuur, de wond en de drain controleren.
  • U hebt nog een infuus voor extra vocht. Als u misselijk bent na de operatie dan kan de verpleegkundige hierdoor medicijnen geven.
  • Op de afdeling wordt het thoraxdrainage systeem op een zuigsysteem aangesloten. Hierdoor wordt het vocht en de lucht tussen de longvliezen continu weggezogen. Zo kan de long zich weer ontplooien. Om te controleren of de long zich goed ontplooit, worden er dagelijks röntgenfoto’s gemaakt. Eerst gebeurt dit op uw kamer. Na enkele dagen gaat u hiervoor naar de röntgenafdeling.
  • De wond en de draininsteek zijn gevoelig en voelen beurs aan. Hiervoor krijgt u pijnstilling.
  • Epidurale pijnstilling heeft een bijwerking: u merkt niet wanneer u een volle blaas hebt. U krijgt daarom ook een slangetje in de blaas (urinekatheter). De epidurale katheter wordt gemiddeld na vier dagen verwijderd. Daarna haalt de verpleegkundige ’s avonds de urinekatheter eruit.
  • U mag na de ingreep, als u goed wakker bent, weer wat water drinken. Als dit goed gaat, mag u alles weer eten en drinken.

De eerste dagen na de operatie

Pijn

Het is belangrijk dat u duidelijk aangeeft bij de verpleegkundige of u nog pijn hebt. Zij kan zonodig met de anesthesioloog overleggen voor meer pijnstilling. Door pijn kunnen er complicaties optreden. Het is erg belangrijk dat u de pijnstilling op vaste tijden inneemt, om een goede bloedspiegel te krijgen. Neemt u de pijnstilling alleen bij pijn, dan duurt het langer voordat het echt helpt.

Epidurale katheter

De anesthesioloog komt iedere dag bij u langs om te vragen hoe of de pijn onder controle is. Ook zal hij controleren of de epidurale katheter nog goed zit. Zolang deze epidurale katheter nog in de rug zit, houdt u ook een infuus en een urinekatheter. De epidurale katheter wordt na maximaal vier dagen verwijderd. U krijgt dan andere pijnstilling, dit wordt afgestemd op uw behoefte.

Hoesten

Door pijn wordt uw ademhaling oppervlakkig. Hierdoor ventileert u de longen te weinig. De long zal zich moeilijker kunnen ontplooien. U hebt hiervoor een hulpmiddel (triflow) gekregen van de fysiotherapeut. Hij helpt u hierbij na de operatie. Ophoesten van slijm (sputum) is erg belangrijk. Als slijm in de longen achterblijft, kunt u een longontsteking krijgen. Door pijn bent u geneigd de hoestprikkel te onderdrukken. U krijgt daarom een kussentje om de operatiewond te ondersteunen, zodat het hoesten minder pijnlijk is. De fysiotherapeut helpt u hier dagelijks bij.

Lichamelijke verzorging

Indien nodig zal de verpleegkundige u helpen met het wassen op of bij het bed en/of badkamer. Vaak bent u na enkele dagen weer zelfstandig. Twee dagen na het verwijderen van de drain mag u weer douchen.

‘Frozen shoulder’

Door de houding tijdens de operatie en/of de drains, bent u geneigd om de arm en de schouder aan de geopereerde zijde niet of nauwelijks te gebruiken. Om te voorkomen dat uw schouder vast gaat zitten, is het belangrijk om uw arm en schouder te blijven bewegen. Als u dit niet doet, bestaat de kans op een ‘frozen shoulder’. Dit houdt in dat uw schouder vastzit. De fysiotherapeut zal u helpen met het bewegen van uw arm en schouder.

Mobiliseren

De verpleegkundige zal u stimuleren regelmatig uit bed te komen. Dit is belangrijk voor de doorbloeding van de spieren en stimuleert de diepe inademing.

Verwijderen van de drain

De verpleegkundige noteert elke dienst hoeveel vocht er uit de holte komt. Ook controleert zij dagelijks de aansluitingen en verzorgt de insteekopening. Zo kan een eventuele ontsteking snel ontdekt worden. Zo nodig wordt een röntgenfoto van de borstkas (X-thorax) gemaakt. Als de long goed ontplooid is, wordt er gekeken of de drain verwijderd kan worden. Zolang als u de drain hebt, wordt er dagelijks een röntgenfoto van de borstkas (x-thorax) gemaakt. Zo kan de arts de ontplooiing van de long controleren. Als de long goed ontplooid is, wordt er gekeken of de drain verwijderd kan worden. Dit wordt voorzichtig en in stappen gedaan:

Eerst zal de drain op ‘waterslot’ gezet worden. Dat wil zeggen dat er niet meer actief aan de long gezogen wordt. De lucht of het vocht wat nog in de holte zit, kan wel aflopen. Zo kan er bekeken worden of de long uit zichzelf tegen de borstwand blijft liggen. Ter controle wordt er weer een röntgenfoto (x-thorax) gemaakt.

Blijft de long goed tegen de borstwand liggen, dan wordt de drain afgeklemd. Dit gebeurt met twee klemmen op de drain. Op deze manier wordt de ‘normale situatie’ nagebootst.

Door een röntgenfoto kan de arts zien of de long ontplooid blijft. Is dit het geval, dan wordt de drain verwijderd.

Twee dagen na het verwijderen van de drain mag u weer douchen.

De hechtingen mag u na vijf tot zeven dagen na het verwijderen van de drain bij uw huisarts laten verwijderen.

Uitslag

De patholoog onderzoekt het weggenomen weefsel. Dit onderzoek duurt minimaal vijf werkdagen. De zaalarts bespreekt met u, of met u en uw familie, de uitslag. Mede op basis van de uitslag van het weefselonderzoek, kan de longarts samen met u een verdere behandeling van uw longziekte bepalen.

Ontslag

Tijdens het ontslaggesprek met de verpleegkundige (of al eerder), krijgt u een folder mee met richtlijnen en tips voor als u weer thuis bent. U krijgt bij ontslag een afspraak mee voor een controle bij de longarts op de polikliniek. Op de dag vóór ontslag, of op de dag van ontslag, hebt u een gesprek met de apothekersassistente. Zij bespreekt alle wijzigingen in uw medicijngebruik. U krijgt een overzicht met uw medicijnen mee naar huis, deze wordt ook gefaxt naar uw huisarts en apotheek. U krijgt recepten mee van de medicijnen die u nog niet gebruikte voor opname.

De recepten worden ook naar uw apotheek gestuurd. De arts stuurt een brief over het verloop van de operatie en de opname naar uw huisarts.

We willen u alvast laten weten dat:

  • U de eerste zes weken niet te zwaar mag tillen (dus ook geen zware boodschappentassen).
  • Zwaar huishoudelijk wordt de eerste zes weken afgeraden. Hiermee wordt bijvoorbeeld stofzuigen en ramen wassen bedoeld. 
  • Uw lichamelijke conditie gaat achteruit door een operatie. Dit herstelt zich langzaam in de zes weken na de operatie.
  • Vliegen de eerste zes weken na de operatie niet is toegestaan.

Het is aan te raden de eerste één à twee weken na ontslag iemand in uw omgeving te hebben die goed te bereiken is of bij u blijft. Nu u dit weet, is het verstandig om stil te staan bij het feit of u hulp nodig hebt na de opname in het ziekenhuis. We raden u aan om voor u zelf na te gaan wat u uit handen moet geven en wie daarbij kan helpen. Mocht na de operatie blijken dat u thuiszorg nodig heeft, kan dit geregeld worden door het Bureau Zorgbemiddeling in het UMC Utrecht. U kunt hiernaar vragen bij de verpleegkundige.

Neem contact op met het ziekenhuis als:

  • U koorts hebt (temperatuur boven de 38 graden Celcius, rectaal gemeten).
  • De wond rood en/of pussig wordt.
  • De pijn erger wordt.
  • U de situatie niet vertrouwt.

U kunt te allen tijde bellen met afdeling B3 west, longziekten via telefoonnummer 088 75 579 04.

Vragen

Tijdens het lezen van deze folder of tijdens de opname kan het zijn dat u vragen hebt. Schrijf ze op en stel ze aan de verpleegkundige of de longarts. 

Zorgkosten uitklapper, klik om te openen

Meer over zorgkosten

Contact uitklapper, klik om te openen

Verpleegafdeling Longziekten (verpleegafdeling B3 west)

U bereikt verpleegafdeling B3 west via het telefoonnummer 

088 755 79 04 of 088 755 79 05

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet