Binnenkort bezoekt u het urologische spreekuur in verband met een sterilisatie. Tijdens dit eerste polibezoek, vindt uitsluitend een intake plaats. Na deze intake wordt eventueel de ingreep ingepland. Hier leest u meer over een sterilisatie.
Een sterilisatie
Bij de sterilisatie van een man worden beide zaadleiders doorgenomen en afgebonden. De zaadleiders lopen van de bijbal naar de plasbuis en hebben als functie de doorstroming van de zaadcellen. Het doornemen van de zaadleiders heeft tot gevolg dat u definitief onvruchtbaar wordt. De erectie en ejaculatie (zaadlozing) blijven onveranderd. Ook de hoeveelheid vocht die er bij een ejaculatie vrijkomt blijft ongeveer gelijk.
Uw sperma bevat na de ingreep geen zaadcellen meer. De aangemaakte zaadcellen worden door uw lichaam afgebroken. Zeer zelden kan een zaadleider spontaan herstellen, u bent dan weer vruchtbaar. Een sterilisatie is geen castratie, de zaadleiders worden slechts afgebonden, er treedt geen verandering op in de hormoonproductie. Een hersteloperatie is mogelijk, maar niet altijd succesvol.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Voor deze ingreep dient u een aantal voorbereidingen te treffen:
- U mag voor deze ingreep normaal eten en drinken.
- De dag van de ingreep kunt u niet werken.
- De ingreep moet onder steriele omstandigheden plaatsvinden om infectie te voorkomen. Daarom is het nodig vóór de ingreep de balzak (scrotum) helemaal te scheren. Dit kunt u thuis zelf doen.
- Wanneer u bloedverdunnende middelen gebruikt, zult u in overleg met uw uroloog, voor de ingreep met de medicatie moeten stoppen.
- Neem een strakke onderbroek of zwembroek mee om aan te trekken na de ingreep.
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
Locatie
De ingreep vindt plaats op de afdeling OK-dagbehandeling. U kunt zich melden bij het OK-complex, receptie 10, niveau 0. Als u de hoofdingang binnenkomt gaat u rechts af. Wanneer u doorloopt ziet u een trap naar beneden. Hierboven hangt een bord met receptie 10. Ga naar beneden en meld u bij de balie aan de linkerkant.
De ingreep
De ingreep vindt plaats onder plaatselijke verdoving en duurt ongeveer een half uur. Na desinfectie van de balzak krijgt u twee injecties in de huid van de balzak (links en rechts) en een injectie in de zaadstreng in de liesstreek. Hierna worden links en rechts kleine sneetjes in de balzak gemaakt, zodat de zaadleiders zichtbaar worden. Vervolgens wordt links en rechts een stukje van de zaadleider weggenomen en voor microscopisch onderzoek opgestuurd naar de afdeling pathologie. De uiteinden van de zaadleiders worden met een hechting afgebonden. De sneetjes in de huid worden met oplosbare hechtingen gesloten. De ingreep kan een trekkend gevoel in de lies geven.
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
We dekken de wondjes met steriele gaasjes af, deze laat u de rest van de dag zitten. De verdoving is na ongeveer een uur uitgewerkt. Het geopereerde gebied kan gevoelig zijn. Zo nodig kunt u een pijnstiller nemen (paracetamol 500 mg, niet meer dan zes tabletten per dag). Ook wat ijs (in een washandje) tegen het wondgebied houden helpt goed tegen de pijn.
Om een nabloeding te voorkomen, dient u de rest van de dag na de ingreep veel rust te nemen en weinig te lopen. Op deze dag raden wij zelf autorijden af. De dag na de ingreep kunt u weer werken, tenzij u zware lichamelijke arbeid verricht. U mag in de eerste vijf dagen na de ingreep niet fietsen, sporten en zwaar tillen.
Soms ontstaat er na de ingreep een bobbeltje van een paar millimeter tot een centimeter in de zaadleider op de plaats waar de zaadleider is afgebonden. Dit is een opeenhoping van zaadcellen. Het is onschuldig en u hoeft hier niets aan te doen. Soms kan deze verdikking tot vele maanden na de ingreep nog pijnklachten geven.
Resultaat
Na de sterilisatie bent u nog niet direct onvruchtbaar. De eerste maanden na de operatie komen er bij zaadlozingen nog steeds zaadcellen vrij. U of uw partner dienen de gebruikelijke anticonceptiemaatregelen (bijvoorbeeld anticonceptiepil, spiraaltje, condoom) voort te zetten totdat bewezen is dat er geen zaadcellen meer aanwezig zijn in het zaadvocht. Meestal zijn de zaadcellen na ten minste twintig tot dertig zaadlozingen uit het zaadvocht verdwenen.
Sperma onderzoek na sterilisatie
Ongeveer drie maanden na de sterilisatie onderzoeken we of er nog zaadcellen in het zaadvocht aanwezig zijn. Hiervoor is sperma nodig dat u verkrijgt door middel van masturbatie.
Het onderzoek kan alleen slagen als u de volgende richtlijnen op volgt:
- Voor u sperma inlevert dient u drie tot vijf dagen geen zaadlozingen te hebben.
- Vang het sperma op in het potje dat u op de polikliniek samen met een aanvraagformulier heeft gekregen. Het potje is schoon en mag u niet zelf reinigen.
- Als niet al het sperma in het potje terecht is gekomen, vermeld dan op het formulier bij ‘bijzonderheden’ welk deel (eerste of laatste) van het sperma verloren is gegaan.
- Tussen het tijdstip van de zaadlozing en het tijdstip van afleveren in het laboratorium mag maximaal één uur verstrijken. Gedurende dit uur moet het sperma op temperatuur blijven. Om deze temperatuur te handhaven, houdt u het potje bij voorkeur tegen uw lichaam aan, bijvoorbeeld in uw binnenzak.
Het sperma kunt u afleveren op maandag of donderdag tussen 8.00 en 9.00 uur bij receptie 39 van het voortplantingslaboratorium. Dit kan zonder afspraak. U vindt receptie 39 als u bij de hoofdingang route C volgt tot het liftplein. Neem de lift naar de vijfde verdieping en. Als u uit de lift komt slaat u linksaf naar de afdeling Voortplanting en Gynaecologie. Denkt u er aan ook het gele formulier ‘sperma onderzoek na vasectomie’ mee te nemen?
Graag willen wij dat u één week na het inleveren van uw sperma belt met de polikliniek urologie, telefoonnummer 088 75 569 05. De polikliniek assistent kan dan met de uroloog het resultaat van de ingreep bespreken. Hierna kan de uitslag schriftelijk bevestigd worden.
Als er in het zaadvocht geen (levende) zaadcellen meer worden aangetroffen is de sterilisatie geslaagd. U ontvangt schriftelijk bericht over het resultaat van het onderzoek. Uw huisarts krijgt een kopie van dit bericht. Het kan voorkomen dat u meerdere malen sperma moet inleveren voor onderzoek, totdat het zaadvocht geen zaadcellen meer bevat en u kunt stoppen met de anticonceptiemaatregelen.
Wondcontrole
Meestal is het niet nodig om een aparte afspraak te maken om de wond te controleren. Als dit wel nodig is, maakt uw behandelend arts hiervoor met u een afspraak op de polikliniek.
Zorgkosten uitklapper, klik om te openen
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Hebt u vragen over uw behandeling of over uw afspraken? Neem dan contact op via Mijn UMC Utrecht (uw patiëntenportaal) of via de polikliniek Urologie
Polikliniek Urologie
Telefoonnummer: 088 75 569 05 Bereikbaar van maandag t/m vrijdag 08.30 - 12 uur en van 13.30 - 16 uur