Bestraling blaaskanker
Bestraling blaaskanker
Radiotherapie is een medische behandeling met röntgenstraling, radioactieve straling of een combinatie van deze twee. Een ander woord voor radiotherapie is bestraling. De behandeling is meestal gericht tegen kanker. Het doel van radiotherapie is dan om de kankercellen te doden.
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
Met radiotherapie worden de cellen van een gezwel zó beschadigd dat ze zich niet verder kunnen delen, of dat hun stofwisseling ontregeld raakt. De kankercellen sterven dan af.
Helaas raken gezonde cellen ook beschadigd. Deze gezonde cellen herstellen zich gelukkig beter dan kankercellen. Dat is een belangrijk verschil. Want zo kunnen we de kankercellen doden, terwijl de gezonde cellen zich weer herstellen.
Behandeling
De specialist die u behandelt met bestraling is de radiotherapeut. De radiotherapeut bepaalt zorgvuldig welke plaats precies bestraald wordt en wat de dosis van de bestraling moet zijn. Deze dosis wordt meestal verdeeld over verschillende bestralingen. U wordt dus meerdere keren per week behandeld. De radiotherapeut berekent voor u hoeveel bestralingen u nodig hebt. Dat hangt af van de soort kanker die u hebt.
Over de gang van zaken voor, tijdens en na de behandeling leest u meer op de algemene pagina 'Bestraling'.
Bestraling
In deze folder bevindt zich extra informatie door middel van een video. Scan de bovenste QR-code met uw telefoon om deze video te bekijken. Of bekijk de video via:
Curatieve radiotherapie
We kunnen radiotherapie toepassen om de kanker te genezen. Dat noemen we een 'curatieve behandeling'. Er zijn verschillende vormen bij blaaskanker:
Adjuvante therapie
Dit is radiotherapie ná een operatie. Met de bestraling proberen we niet-zichtbare uitzaaiingen of achtergebleven kankercellen te verwijderen.
Neoadjuvante therapie
Dit is radiotherapie vóór een operatie. Het doel hiervan is om de tumor te verkleinen. Hij kan dan makkelijker verwijderd worden door de chirurg.
Complete behandeling
Radiotherapie kan als complete behandeling worden gegeven. Dan moet de bestraling de tumor volledig vernietigen. Deze behandeling kan worden gegeven bij een beperkt aantal tumorsoorten. En alleen als er geen uitzaaiingen zijn buiten het bestralingsgebied.
Palliatieve radiotherapie
We passen radiotherapie ook toe bij patiënten die niet meer kunnen genezen. Dat heet een palliatieve behandeling. Bestraling kan bijvoorbeeld de tumorgroei remmen, waardoor uw pijnklachten verminderen. Ook kunnen we bloedingen die veroorzaakt worden door de tumor stoppen. Of ervoor zorgen dat omliggende organen minder last hebben van de tumor. Palliatieve radiotherapie is vaak kortdurend. Het is zinvol, omdat de kwaliteit van het leven van de patiënt verbetert.
Mogelijke bijwerkingen
Lichamelijke bijwerkingen
Bestraling kan leiden tot bijwerkingen. Welke bijwerkingen ontstaan en hoeveel last u krijgt, staat vooraf niet vast. Dat is afhankelijk van de plaats van de bestraling en de hoeveelheid straling. De volgende klachten kunnen optreden:
- Bestraling leidt tot vermoeidheid.
- Verminderde eetlust. Voor meer informatie over voeding bij kanker verwijzen wij u naar de website www.voedingenkankerinfo.nl
- Minder zin in seks.
- Haaruitval op plaats van bestraling: meestal is deze uitval tijdelijk, maar soms ook blijvend, afhankelijk van de hoeveelheid straling.
- Een rode en schilferige huid, soms kunnen ook blaren op de huid ontstaan.
- Bestraling van boven en/of onderbuik kan leiden tot misselijkheid, darmkrampen, verhoogde aandrang en slijmerige ontlasting.
- Bij vrouwen die bestraald moeten worden op de onderbuik ontstaat verlies van de eierstokfunctie en vervroegde overgang. Vrouwen met kinderwens kunnen met hun arts bespreken welke maatregelen mogelijk zijn om de vruchtbaarheid zo goed mogelijk te behouden. Lees ook de pagina vruchtbaarheid en kanker.
- Bij mannen kan bestraling van de onderbuik of liesregio verlies van de zaadproductie tot gevolg hebben. Mannen met een kinderwens kunnen voor het begin van de radiotherapie sperma laten invriezen.
- Tijdens de bestralingsperiode moet u misschien vaker per dag plassen en poepen. De drang op de plas neemt toe en de plas is moeilijker op te houden.
Na afloop van de behandeling nemen de klachten meestal af in de loop van ongeveer vier weken. Misschien kunt u ook in de toekomst de plas minder lang ophouden. Ook kunt u af en toe vaker per dag ontlasting hebben, dan vóór de bestralingsperiode.
Eventueel verwijst de radiotherapeut u door naar de diëtiste. Uw klachten behandelen we zo goed mogelijk met een voedingsadvies en medicijnen.
Psychische gevolgen
Naast de lichamelijke bijwerkingen kunt u ook psychische gevolgen ondervinden. Die zijn niet het gevolg van de bestraling. Ze hebben meer te maken met de spanning van de ziekte en de behandeling, de onzekerheid over de toekomst en de vermoeidheid. Dat is alles bij elkaar ook erg veel om te verwerken.
Bij het UMC Utrecht uitklapper, klik om te openen
Meer informatie
Ziektebeeld
Behandeling
Overige informatiebronnen
Meer informatie over radiotherapie, de bijwerkingen en wat hieraan gedaan kan worden kunt u ook vinden op de website Kanker.nl.
Polikliniek Radiotherapie
Wachttijden uitklapper, klik om te openen
Lees meer over wachttijdenMeer weten uitklapper, klik om te openen
Voor uitgebreide informatie over deze behandeling kunt u de patiëntfolder doornemen.
In het geval dat u of uw kind deze behandeling ondergaat, kunt u onder ‘Agenda’ in het patiëntportaal Mijn UMC Utrecht praktische informatie over de afspraak vinden.
Wat hoort er bij deze behandeling
Zorgkosten
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Voor vragen kunt u contact opnemen met de afdeling radiotherapie.
Polikliniek Radiotherapie
Telefoonnummer: 088 75 588 00 Email adres: radiotherapie@umcutrecht.nl De afdeling is bereikbaar op werkdagen van 8.00 - 17.30.